Scroll Top

USA – Wyoming

25/07/2004   Madison West Fork Campground – Yellowstone Madison

Inderdaad, ik zit nog steeds aan dezelfde rivier, alleen 90km verder stroomopwaarts. Deze morgen kreeg ik na een halfuurtje onverwacht een eerste klim te verwerken. Het wordt toch zo stilaan ‘ns tijd dat ik de tocht voor de volgende dag wat beter in detail bekijk. In de jaren ’50 is hier een aardbeving geweest waardoor de meest ideale weg naar boven bedolven werd (cfr Croix de Fer). De wegeningenieurs moesten een alternatieve route aanleggen. In zulke gevallen hebben ze weinig keuze en wordt het dus een stuk steiler.

Daarna verder op weg naar Yellowstone. Net zoals bij de duiven schakelde ik een tandje groter toen ik mijn doel begon te ruiken. Na 3 uur fietsen stond ik uiteindelijk in West-Yellowstone, het stadje voor het nationale park. Daar heb ik mijn mail gecheckt en vernomen dat Tom Boonen de rit op de Sjansilizee heeft gewonnen. Proficiat, nu maar hopen dat onze welp ook niet aan de préparé heeft gezeten. Daarna nog wat inkopen gedaan. Door een onveiligheidsgevoel heb ik het groter grootwarenhuis geruild voor een kleinere versie. Er liep, naar mijn gevoel, een onguur individu rond en het leek me nog iets te vroeg om mijn elektronica af te staan. Na de inkopen nog 23km naar de eerste kampeerplaats in het park gefietst. Het is terug een hiker & biker spot, ik had gehoopt op wat gezelschap maar het zal blijkbaar niet voor deze avond zijn, misschien voor een van de komende. Ik blijf hier zowaar 3 dagen staan.

 

26/07/2004   Yellowstone

Gisterenavond zijn hier toch nog 2 fietsers neergestreken. Het was een triatleet-koppel uit California dat hier 10 dagen kwamen fietsen. De mensen zijn hier serieus onder de indruk van ons tijdskrediet-systeem, een jaar op vakantie en er nog voor betaald worden ook. Ik zal het in het vervolg maar iets minder rooskleurig uitleggen, want jullie zitten in Belgiënatuurlijk nu al met een immens immigratieprobleem. Vandaag was dus een rustdag. Deze morgen ‘ns lekker uitgeslapen, het is tenslotte maandag 🙂 Daarna rustig ontbeten en dan op weg voor een verkenningstochtje doorheen het oudste nationale park ter wereld (erkend in 1872, exact 100 jaar voor ik werd erkend). Ik heb me, net zoals iedere andere toerist, onmiddellijk richting “Old Faithful” begeven. Alleen doe ik dat natuurlijk per fiets en kan ik daardoor hier en daar gebruik maken van rustige alternatieve fietsroutes. Ik vond die geisers wel fijn om te zien, de één is al spectaculairder dan de andere en soms moet je wel wat geduld hebben. Bij de “Ouwe Getrouwe” had ik blijkbaar net de voorstelling gemist en kon ik 95min wachten vooraleer hij nogmaals zijn ding deed. Toch wel spectaculair, per eruptie spuit hij tussen de 14000 en 32000 liter water, 30 tot 55m de hoogte in. The Giant Geyser is nog iets spectaculairder maar deze laat zich niet voorspellen. Naast de geisers heb je dan nog verschillende heetwaterbronnen of stomende oppervlakten en dampende modderpoelen. Na het toeristische uitstapje heb ik mijn fiets ‘ns grondig nagekeken. Volgens mij is de Cannondale nog tiptop in orde, alleen mijn rechter remhendel wordt wel heel sponsachtig. Ik heb ook mijn ketting nog ‘ns gewisseld, want met dit exemplaar ben ik inmiddels weer 1600km verder. De teller staat nu op 2655km en ik ben exact 30 dagen onderweg. Wanneer ik dit tempo zou aanhouden, ben ik midden april ergens in Buenos Aires, maar maak jullie geen zorgen, ik vind wel een creatieve oplossing. Het vooropgestelde schema i.v.m. rij- en rustdagen (5/2) heb ik nog niet echt gevolgd. Ik merk dat ik pas aan 2,5 rustdagen zit, tja zolang de benen meewillen, is dit natuurlijk niet echt een probleem. Niettemin morgen alvast nog een rustdag.

 

27/07/2004   Yellowstone

Nog een rustdag vandaag, de benen kunnen er maar wel bij varen. Buiten een website update en voedsel inslaan, stond er niet zoveel op het programma vandaag. Wel vreemd hoe relatief tijd en afstand worden. Voor de activiteiten van de dag moest ik me naar West Yellowstone begeven, dat is zo’n 23km van mijn kampeerstek. Ik kan me niet voorstellen dat ik in Gent ‘ns op de fiets zou springen om pakweg in Oudenaarde wat voedsel te kopen en mijn mail te checken. Ik had speciaal tot vandaag gewacht omdat de bibliotheek op maandag gesloten was, meestal heb je daar gratis of tegen een democratische prijs internet access. Ik was blijkbaar niet de enige met webplannen want voor mij stonden er al 5 wachtenden en er bleken slechts 3 pc’s beschikbaar. Al snel bleek echter dat de surfsnelheid zo goed als nihil was en zo was het snel aan mijn beurt. Helaas was het inderdaad niet werkbaar. Ik heb me dan maar naar de duurdere oplossing in de stad begeven, 10$ voor 1 uur surfen, je kan hier nog goede zaken doen als internetleverancier. Verder geen klachten, xp op de machine en een fijne surfsnelheid. Koken met Evelien. Ik ben bijna een maand in Noord-Amerika en had tot op heden nog geen McDonalds bezocht. Het Big Mac Meal was best lekker. Daarna in het warenhuis nog wat lichte pasta menu’s gezocht, veel variatie zit er helaas niet in. Aangekomen op de camping heb ik kennis gemaakt met mijn nieuwe buren. Een tandem-fiets-koppel van ergens in de 40 uit Florida. Ze hebben hun huis verkocht, hun job opgezegd en zijn vertrokken voor een fietstocht van 6 maanden van Alaska naar Florida (http://www.teamangell.com), time for change was hun idee.

 

28/07/2004   Yellowstone Madison – Bridge Campground

De buren begonnen vroeg aan hun dagtaak: om 6u waren ze al druk doende allerlei tuig aan het dichtritsen. Om 6u30 begon ik aan mijn ochtendroutine, alles liep bijzonder vlot en om 7u10 was ik vertrekkensklaar. De buren waren onder de indruk van mijn efficiëntie, nog snel een foto voor op hun website (zij hebben een portable mee en sleuren in het totaal zo’n 140 pds mee, mijn 88 pds zijn dus toch nog niet zo overdreven veel) en dan op weg … Of toch niet, mijn achterband bleek allesbehalve 90 psi te bevatten, lek dus en dat terwijl ik gisteren enkel zonder bagage op asfalt fietste. Het meest vervelende aan het vervangen van een bandje is hem terug op spanning te krijgen met een mini-pompje. De buitenband (continental sportcontact, ik ben er zeer tevreden over) klemt nogal op de velg en om hem overal gelijk langs de velg te krijgen, moet ik hem eerst tot 100 psi oppompen, dat is zo’n kwartiertje pompwerk voor iemand met bureau-armen. En dan om 7u45 uiteindelijk op weg. Vandaag ga ik nog wat rondtoeren in Yellowstone. Ik fiets via de Norris Geyers naar de Yellowstone Canyon. Ik ga er een kijkje nemen naar de watervallen en merk dat ik na het bestijgen van 50 trappen nog steeds buiten adem ben. Zou de conditie dan toch nog niet top zijn? Daarna verder richting Yellowstone Lake. Onderweg kom ik eerst enkele en daarna een volledige kudde bizons tegen. Toch wel indrukwekkend die beestjes, ze kunnen tot zo’n 900kg wegen en lopen hier rustig over de weg, want dat park is al bij al van hen. Meerdere keren schuif ik mee naast/achter een wagen om toch maar niet al te dicht in de buurt van zo’n bizon te moeten komen. Na de middagpauze aan de Yellowstone rivier peddel ik verder richting camping. Om 14u ben ik aan mijn slaapplaats voor vannacht, toch een beetje vroeg en de benen zijn nog niet eens moe, ik twijfel even om toch nog enkele uurtjes verder te fietsen maar kan me uiteindelijk toch overtuigen om hier halt te houden. Het tempo mag best wat naar beneden, ik lig momenteel ver voor op het snelste tijdschema. Van de extra tijd gebruik gemaakt om mijn lekke bandjes te stoppen (3 ondertussen want het Bob Yak-wiel moest ook ‘ns van zich laten horen) en wat Spaans te studeren. Jawel, sinds ik de Verenigde Staten ben binnen gefietst heb ik al iedere dag plichtsbewust 2 lesjes uit de assimil gestudeerd. Het zijn er in totaal 107 en ik heb nog zo’n 60 dagen voor ik aan de Mexicaanse grenspost sta, dus dat moet net lukken. Koken met Evelien: vanavond pasta met tonijn, alweer 🙁

 

29/07/2004   Yellowstone Bridge Bay – Grand Teton Colter Bay

Gisterenavond kreeg ik er op de valreep nog enkele luidruchtige buren bij. Die waren goed voor lawaai tot rond een uur of 4. Geeuw. Om 7u opgestaan, en als ik eerlijk moet zijn, ik heb dit al stiller gedaan. Het eerste uur kon ik nog in alle rust rond het Yellowstone meer fietsen, daarna kwam ik echter op een drukkere weg terecht. Ik was blijkbaar niet de enige die Yellowstone zou verlaten vandaag. Het nationale park is goed voor 30.000 bezoekers per dag en die moeten op een of andere manier ook het park terug verlaten natuurlijk. Aan de zuid-uitgang waren er wegenwerken en met de fiets mocht ik er niet door. Ik moest voor 4 miles mee met de pilot car, mijn eerste gemotoriseerde km’s sinds mijn vertrek in Edmonton. Daarna was het nog een uur op en neer fietsen tot aan de campground. In tegenstelling tot gisteren voelden de benen allesbehalve ok vandaag. Op de 2 rustdagen deze week had ik telkens zo’n 60km gefietst, misschien vonden mijn benen dat toch niet echt rusten. Omdat ik geen moeilijk mens ben en omdat het hier best mooi is aan Jackson Lake besliste ik om een extra rustdag in te lassen. Kwestie van de benen tevreden te houden. Aan de entree werd ik in het Nederlands verwelkomd door Anneke. Anneke is een studente geologie die vorig jaar 2 maanden in het Olympic National Park bij Seattle heeft gewerkt. Dit jaar reist ze van het ene park naar het andere. Dankzij de Rangers die ze vorig jaar leerde kennen, krijgt ze net iets meer van het park te zien dan de doorsnee toerist. Op de hiker & biker spot was er ook nog een Fransman aanwezig. Jerome had eveneens ambitieuze plannen, hij had 2 maanden terug Frankrijk verlaten en was plan om voor zo’n 15 maanden te reizen. Hij reisde nu verder noordwaarts, ongeveer de route die ik had gevolgd. Daarna gaat hij nog naar Australië, Nepal en Zuid-Amerika. Hij verplaatst zich met de bus of al liftend en doet dan in nationale parken of andere geschikte plaatsen meerdaagse trektochten. Het werd een gezellige Franse avond.

 

30/07/2004   Grand Teton Colter bay

Vandaag was het dus tijd voor een echte rustdag. Deze morgen eerst ‘ns mijn remmen van dichterbij bekeken. De achterrem remt eigenlijk nog nauwelijks en ik was van plan om binnen enkele dagen in Jackson een fietsenhersteller op te zoeken, maar nu ik toch een rustdag heb en eigenlijk alle nodige materiaal bij mij heb, kon ik ook zelf wat prutsen. Op mijn Cannondale zijn hydraulische Magura remmen geïnstalleerd, i.p.v. met een staalkabel werken deze dus met olie. Ik veronderstel dat de olie misschien in het vliegtuig bevroren is of zo waardoor er nu lucht in de leiding zou zitten. Ik had in Moving Store als ‘ns met Ronald meegekeken hoe je de olie moest verversen en voor de veiligheid had hij mij eveneens een Nederlandstalige handleiding meegegeven. Dankzij deze hulpmiddelen was de klus in een halfuurtje geklaard en zelfs met het verhoopte resultaat, de remmen werken weer perfect. Daarna mijn was gedaan. Ja, het is een volledig huishouden zo alleen met de fiets voor een jaar op reis gaan 🙂 Deze namiddag ben ik samen met Anneke in het Jackson Lake gaan zwemmen. Ik vond het een bijzonder fijne middag. Het was leuk om ‘ns enkele uren in het Nederlands te babbelen. Ik krijg het toch allemaal net iets eenvoudiger gezegd.

 

31/07/2004   Colter Bay – Jenny Lake

Een korte etappe vandaag. Ik kreeg de Grand Tetons uit verschillende hoeken te zien. Ze zijn best aardig maar dat zijn vele Alpentoppen ook. Misschien zien ze er niet zo spectaculair uit omdat ik hier al enkele dagen op een hoogte van 2000 meter rondfiets. Er was voor dit traject een alternatieve route voor fietsers voorzien het was m.a.w. rustig fietsen. Om 11u was ik aan Jenny Lake. Op de kampeerplaats hier mogen enkel tenten staan, dus deze nacht geen ronkende generatoren. Er zijn zelfs 10 plaatsen enkel voor fietsers voorzien. Toen ik hier aankwam, lag er eentje te slapen naast zijn fiets. Ik dacht dat dit vrij vroeg was, maar misschien had hij er een vermoeiende etappe opzitten. Toen hij wakker werd, werd het me echter snel duidelijk waarom hij lag te pitten. Het was een “fietser” met een alcoholprobleem. Na iedere 10 zinnen zette hij een whiskyfles aan zijn mond. Helaas niet het meest interessante gezelschap. Ik begon te twijfelen of ik hier wel zou kamperen, maar ik had voor morgen van hieruit een dagtocht voorzien dus zette ik mijn tent maar op. Uiteindelijk kwam er af en toe wel zinnige praat uit zijn mond, wat toch verwonderlijk was voor het tempo waaraan hij dronk. Voor de veiligheid heb ik mijn meeste waardevolle spullen in een afsluitbare food locker opgeborgen. Daarna ben ik in het gezelschap van de dronken man wat aan het meer gaan zitten, na een uurtje heb ik hem daar achtergelaten en ben ik terug naar de camping gewandeld. Tot mijn grote tevredenheid was er een nuchtere Nederlander bijgekomen. Hij was de coast to coast-route aan het fietsen van Adventure Cycling. Ik vertelde hem o.a. over mijn hiking plannen voor morgen en hij was wel geïnteresseerd  dus heb ik wellicht een compagnon voor morgen.

 

1/08/2004     Jenny Lake – Paintbrush Canyon – Cascade Canyon – Jenny Lake (te voet)

Ardath – het klinkt als een naam van een Bosnische oorlogsmisdadiger maar het is die van de uiterst sympathieke Nederlandse Oost-West fietser – was gisterenavond helemaal overtuigd voor de hiking en dus vertrokken we deze morgen rond 7u met ons tweetjes op pad. Het eerste uur was het wat inlopen op vlak terrein rond het Jenny Lake. Daarna begonnen we aan het serieuzere werk, we trokken de Paintbrush Canyon in. Eerst ging het nog geleidelijk omhoog in een bosrijke omgeving (herhaaldelijk kwamen we bordjes met beerwaarschuwingen tegen, maar het lijkt er steeds meer op dat ik het zal moeten stellen met mijn 2 exemplaren) maar eenmaal we de boomgrens voorbij waren, steeg ook het stijgingspercentage. Onderweg werden we nog even opgeschrikt door wild plassende meiden (of was het omgekeerd en werden zij door ons opgeschrikt?). Na ongeveer 4u30min stappen, stonden we boven op de divide. Het wild plassende meidentrio was ondertussen al ruim een kwartier voor ons boven aangekomen en vertrokken terug na een korte conversatie omtrent restrooms. Ze gingen echt wel gezwind vooruit. Het klimwerk was absoluut de moeite geweest, we werden getrakteerd op een schitterend panoramisch uitzicht. Bergen mogen dan overal niet meer zijn dan een hoop stenen en wat aarde, de schoonheid ervan blijft me telkens opnieuw verbazen. Na het nuttigen van een boterham – Ardath probeerde me te verleiden voor een versie met pindakaas en honing maar dat leek me voorlopig nog een stap te ver – konden we aan de afdaling via de Cascade Canyon beginnen. Eerst wandelden we tot Solitude Lake, waar er nogal verwonderlijk vrij veel mensen aanwezig waren, daar sopten we onze voeten in het ijskoude gletsjer meertje. Ik stelde er vast dat de wrijving tussen mijn voeten en de schoenen niet zonder resultaat was gebleven, voorlopig waren het 2 blaren met een diameter van 1cm, bij thuiskomst bleek de diameter verdubbeld. Misschien is schoenen inlopen op een werkvloer (wanneer je een bureau job hebt) toch niet echt voldoende. Daarna moesten we nog ruim 3 uur dalen vooraleer we aan het overzetbootje waren dat ons terug naar de overkant van Jenny Lake bracht. We hebben die uren echt behoorlijk doorgestapt, maar een beetje tot mijn spijt zijn we de wild plassende meiden niet meer tegengekomen. Het laatste uur heb ik ook nog de nodige tol moeten betalen voor de geleverde daginspanning, ik vrees dat het een uurtje te ver was. Pijnlijke knieën en dijspieren waren o.a. mijn deel. Hopelijk protesteren de benen morgen niet te veel. Na de overzet hebben we ons beiden richting plaatselijke store gesleept, ook voor Ardath was 9 uur stappen ruim voldoende geweest. Ik had Ardath gisteren maar niet verteld dat de tocht in mijn gids als een tweedaagse (of een uitputtende dagtocht) stond beschreven. Na het nuttigen van een cola kwam de energie langzaam terug. We sprongen eerst nog even het visitor center binnen waar we onze dagtocht op de reliëfkaart ‘ns overdeden, daarna verfriste ik me wat en ging als toemaat in het lake nog een verfrissende duik nemen, mijn blaren reageerden helaas nogal pijnlijk op het gebeuren. Nu nog pasta met tonijn klaarmaken en we kunnen andermaal spreken van een zeer geslaagde dag.

 

2/08/2004     Jenny Lake – Jackson Elbow Creek

Het eerste deel van de rit ging richting Jackson. Daar ging ik op zoek naar de post (de werkgever van onze Lance), de bib en het warenhuis. Jackson is een vrij grote stad en het warenhuis was eveneens van die orde. De prijzen waren er zeer redelijk in vergelijking met die van de kleine dorpswinkels waar ik de voorbije dagen mijn inkopen gedaan had. Ik kocht dan ook vrij grote hoeveelheden in en daar zou ik in de namiddag nog serieus spijt van krijgen. Bagage, water en voedsel zaten nu in de buurt van 50kg en dat was toch net iets van het goede teveel. De bibliotheek was de modernste die ik tot op heden was tegengekomen. Computers en internetsnelheid waren super alleen was de security dat ook. Ik kreeg het nog voor elkaar dat ze mijn teksten op een diskette kopieerden maar de foto’s en filmpjes zullen voor een volgende keer zijn. Na het bezoek aan de moderne wereld, ik was zowaar enkele uren mobiel bereikbaar, fietste ik verder richting zuiden. Onderweg kwam ik een Nederlands koppel tegen (het is ondertussen al de 5e dag na elkaar dat ik Nederlands kan praten) dat van Zuid- naar Noord-Amerika aan het fietsen was, binnen enkele maanden vliegen ze naar Australië om daar hun tocht verder te zetten. Alles samen een reis van 18 maanden. Zij waren in Death Valley nog een Belg tegengekomen, hij had er bij 120gr Fahrenheit (48gr Celcius) een dagtocht van 180km opzitten en was een beetje murw. En ik ga niet eens door Death Valley fietsen. Daarna moeizaam verder gepeddeld richting kampeerstek. Eenmaal het doel bereikt, sprak ik een Amerikaans koppel aan en stelde voor om een ruime kampeerplaats te delen m.a.w. nu heb ik een mooi plekje voor de democratische prijs van 5$. Na de installatie van mijn tent heb ik enkele uren geslapen, de dagtocht van gisteren zit duidelijk nog in de kleren. En niet alleen in de kleren, mijn hielen zien er ondertussen als een slagveld uit. Ook tijdens het fietsen ontstaat er blijkbaar wrijving waardoor het blaar-gedoe alleen maar erger wordt. Mijn voorraad Compeed (second skin) is ondertussen opgebruikt, dat zouden nog ‘ns pijnlijke dagen kunnen worden.

 

3/08/2004     Jackson Elbow Creek – Forest Park

Bij het ontwaken deze morgen voelde ik dat de benen helaas nog steeds niet hersteld waren van de Grand Teton hiking. Deze keer waren het vooral de kuiten die nogal pijnlijk aanvoelden. Voor het fietsen en wandelen gebruik je dus wel degelijk de beenspieren op een andere manier. Het eerste uur ging vrij moeizaam. Gelukkig was het verder stroomafwaarts richting Alpine Junction en bovendien was de Highway 89 hier voorzien van een nieuwe asfalt laag en een anderhalve meter brede shoulder. In Alpine Junction dacht ik een brood te kopen maar de witte sponsen die ik er vond, voldeden niet echt, dan maar verder zonder brood. Ik sleep nog zo’n 20 mueslibars mee, daarmee zal het ook wel lukken. Enkele dagen terug had ik een mooi off-road alternatief gevonden op de kaart. Toen ik er aankwam, bleek het een gravel pad in perfecte staat te zijn dat langs de Grey River loopt. Totale lengte: 126 miles (ong. 200 km), dit zou dus wel 2 dagen fietswerk worden. Al vanaf de eerste meters was ik bijzonder tevreden over de routekeuze, het pad liep weliswaar stroomopwaarts maar de hellingshoek viel best mee. Langs het pad waren een 5-tal primitieve kampeermogelijkheden, de watervoorziening zou dus ook geen probleem worden. Een 2-tal wagens per uur, daarmee moet ik het hier stellen – verder geen enkel teken van enige menselijke activiteit: geen huizen, geen elektriciteits- of telefoonmasten. Mijn gps vertelde me dat ik nog steeds op zo’n 1900m vertoef, van de route had hij echter geen weet. Ik plaatste voor het filmpje van de dag mijn camera midden op de weg, het was een berekend risico. De voorbije 10 minuten waren er 2 wagens gepasseerd dus als de uur-frequentie niet was gewijzigd, was ik safe voor de komende 50 minuten. Het ging goed en zo heb ik nog steeds een camera. Bij een foto-opname beleefde ik wel nog een pijnlijk moment. Ik stootte mijn door mega-blaar geteisterde hiel tegen de pedaal die langs deze zijde voorzien is van scherpe metalen antislip kartelingen. Eventjes werd de stilte hier dus verstoord. De kampeerplaats is een van de mooiste waar ik tot op heden heb gestaan. Alleen om aan water te geraken, moet je nog een serieuze pomp-inspanning leveren, het komt blijkbaar van vrij diep. Ik kijk er al naar uit om morgen de resterende 70 km’s op het gravel pad verder te zetten. Wellicht zullen de benen dan ook nog iets beter hersteld zijn van het wandeltochtje. Koken met Evelien: de pasta wordt dezer dagen aangevuld met erwtjes of ma?s (een tip van Ardath) en naast de gebruikelijke tonijn hadden ze in Jackson ook kip en kalkoen in blik, als dat geen gevarieerde maaltijden zullen worden. En dan waren er plots complicaties. Bij een materiaalcheck bleek dat mijn achterwiel andermaal wat “slag” vertoonde. Geen probleem, ik heb een spaaksleutel en na een beetje links en rechts bijdraaien, krijg ik dat wiel normaliter terug recht. Nu blijkt echter dat mijn achterwiel aan het “barsten” is, m.a.w. door het grote bagagegewicht scheurt de kwaliteitsvolle Cross Max Mavic velg ter hoogte van de spaaknippels. Voorlopig heb ik het wiel terug min of meer recht gekregen en heb ik de druk op de spaak, waar de velg scheurt, kunnen verminderen. De vraag is nu alleen hoe lang het duurt vooraleer de velg definitief plooit, en dat met morgen nog minstens 80 km off-road voor de boeg. In het beste geval blijft het morgen ok en fiets ik daarna enkele dagen op asfalt verder. Normaal ben ik binnen een tiental dagen in Moab, het mountainbike mekka, daar moeten ze me zeker verder kunnen helpen. Zou er garantie zijn op die Cross Max wielen of wordt dit mijn eerste onvoorziene kost?

 

4/08/2004     Forest Park – Freedom RV Park – 480 km per pick-up

Toen ik deze morgen wakker werd, was het zachtjes aan het regenen – was dat een omen? Tegen de tijd dat ik alles had ingepakt en mijn havermout met bruine suiker had binnengespeeld, zaten de onweerswolken voornamelijk aan de andere kant van het bergmassief. Het zag er dus toch zo slecht nog niet uit en zo kon ik vertrekken voor nog een dagje off-road. Na een kwartiertje fietsen stond er een bord “road narrows”, dat was helaas een beetje een understatement. Naast het versmallen van de weg hadden ze her en der ook een hoop stenen rondgegooid. Het werd me snel duidelijk dat ik gisteren een menselijke activiteit over het hoofd had gezien, nl. het goed onderhouden gravel pad. Na enkele km’s begon ik me echt wel zorgen te maken, hoe zou mijn achterwiel hierop reageren. Het antwoord kwam vrij snel in de vorm van een piepend geluid, de velg sleepte terug tegen de remblokken. Na enkele km’s het enerverende geluid te hebben aanhoord (je weet dat iedere piep je ook extra krachten kost), haalde ik mijn bagage van de fiets en rechtte ik het wiel opnieuw. Het wiel recht krijgen, was geen probleem alleen wanneer het werd belast, sleepte het opnieuw. Negeren dacht ik, er zijn toch mensen die daar een heel eind ver mee komen. Fietsers helaas niet, de staat van de weg werd nog steeds slechter en die van het wiel was navenant. Terugkeren leek me geen optie, want dat betekende eveneens minstens 75 km off-road (weliswaar van betere kwaliteit), dus toch nog maar even negeren. Plots was daar een krakend geluid, dat betekende niet veel goeds en inderdaad waar de velg gisteren een barst vertoonde, was de nippel uit de velg gesprongen, 2 spaken verderop identiek hetzelfde. Ik kreeg het wiel wel terug recht maar onder belasting was fietsen onmogelijk, het wiel was niets meer dan een slappe koord. Daar stond ik dan, ik was de voorbije maand nog op geen plaats zo afgelegen van de bewoonde wereld geweest. Er was de afgelopen 3 uur welgeteld 1 wagen voorbijgereden, niet echt de grote drukte dus. Toch leek wachten mij de meest geschikte oplossing, dus zocht ik me een geschikt plekje in de schaduw. Omdat na 90 minuten nog steeds niemand uit de lucht was komen vallen, maakte ik mijn fiets klaar voor een voettocht van vermoedelijk zo’n 80km, met de blaren op mijn voeten zou dat nog lachen worden. Net toen ik vertrekkensklaar was, hoorde ik een wagen dichter komen. Ik zag tot mijn grote tevredenheid dat het een pick-up was dus zou er wellicht wel plaats voor mezelf en de fiets zijn, nu restte me enkel nog de mensen te overtuigen. Die mensen bleken Jerry en Pat te zijn, wat zij de rest van de dag voor mij hebben gedaan, grenst aan het ongelooflijke. Ik vroeg hen een lift naar de highway, ik veronderstelde dat ik op asfalt wel nog even kon fietsen tot het eerste stadje – dat was geen probleem. Meer nog, ze zouden me naar Afton brengen, een stad (helaas voor mij aan de foute kant van de bergketen maar dat waren zorgen voor later) en daar was zeker een sportwinkel waar ze me verder konden helpen. Na 80 km off-road en 30 km highway waren we in Afton bij All-Inn-Star, er stonden fietsen buiten dus dat was een goed teken. De eigenaar toonde me zijn voorraad aan wielen maar deze vond ik nogal schamel. Hij had enkel enkelwandige velgen, ik vreesde dat ik daar beladen zelfs de eerste helling niet mee haalde. Hij stelde voor om een wiel te bestellen in Jackson maar dat zou 3 tot 4 dagen duren en in de stad was geen kampeergelegenheid – dat zou dus een dure oplossing worden. Jerry merkte dat ik me niet echt kon vinden in deze oplossing en stelde er zelf één voor: we brengen je naar een grotere stad en dito fietszaak. Hmm, een fijn mens, dacht ik. De dichtstbijzijnde grote stad bleek Idaho Falls te zijn, zo’n 100 miles verderop noordwaarts. Geen probleem, ze hadden toch geen andere plannen voor de dag. In de bib zochten we eerst nog ‘ns de fietshandelaars op en hoorden we of er kwaliteitsvolle wielen aanwezig waren. In Bill’s Bike shop bleek een degelijk wiel voorhanden. Na een 2-tal uur rijden waren we bij Bill, zijn bike shop bleek een fijne fietswinkel te zijn met degelijk materiaal. Het klaarmaken van het wiel ging bijzonder vlot, hij maakte me nog enkele reservespaken op maat en nadat ik hen alle details van mijn reis had verteld, keerden we terug richting Afton. Onderweg zeiden ze me dat ze een maaltijd gingen klaarmaken voor mij, ik kon kiezen tussen steak of kip. Hmm, fijne mensen, dacht ik. Jerry en Pat verkochten enkele jaren terug hun huis en gingen op hun vijftigste vervroegd in pensioen. Ze wonen nu, net als een miljoen andere Amerikanen, in een fifth-wheeler, een grote caravan. In de zomer plaatsen ze die in het noorden van het land, in de winter in het zuiden. Ze hadden een gezonde kijk op het leven. In het RV park kon ik ook bij hen kamperen en ondertussen gebruik maken van douche, bubbelbad en sauna. Ik opteerde enkel voor de douche, het was ondertussen toch al 9 dagen geleden. Koken met Jerry en Pat. De maaltijd was heerlijk, ik kreeg een mega-steak met een assortiment aan verse groenten, aardappelen en diverse sauzen. Zonder meer de beste maaltijd van de reis. Voor het slapengaan, kreeg ik nog een coupe framboise en vroegen ze me om welk uur ik wilde ontbijten. Hmm, fijne mensen, dacht ik. In de slaapzak lag ik nog wat te denken over de voorbije dag. Dit was echt wel ongelooflijk, wat begon als een min of meer ernstig probleem loste zichzelf op door enkele super sympathieke mensen. Zoveel moeite voor een simpele Belgische fietser onderweg naar het zuiden. Hmm, fijne mensen, dacht ik.

 

5/08/2004     Freedom RV Park – Cokeville stadspark

Nadat ik mijn tent had opgeborgen, stond het ontbijt klaar. Het was een continental breakfast met alles erop en eraan. Dat zat alvast goed voor de energietoevoer van de dag. Ik nam afscheid van Jerry en Pat en beloofde hen zeker een kaartje te sturen vanuit Buenos Aires. Ik zat door het wiel-euvel dus een 50-tal km ten westen van de geplande route maar met de nodige flexibiliteit is dat natuurlijk geen enkel probleem. Op de kaart vond ik al snel enkele wegen die me binnen enkele dagen terug in koers konden brengen. Na een 40 km fietsen kwam ik aan in Afton. Bij de kwissers onder jullie rinkelt nu onmiddellijk een belletje. Inderdaad, hier woont ene jongeheer Gardner, huidig Olympisch kampioen worstelen 🙂 In Afton checkte ik mijn mail. Els zat blijkbaar ook achter de pc want de antwoorden volgden snel. Ze stelde een chat-sessie voor. Een goed idee, alleen moest ik hiervoor eerst Messenger geïnstalleerd krijgen, helaas waren er andermaal te weinig knopen om goed te kunnen surfen. Niettemin, uiteindelijk kreeg ik Messenger aan de praat en kwam er een fijne chat-sessie met mijn privé-juf Spaans tot stand. Nog 4 weken en we kunnen tot de praktijklessen overgaan, ik kijk er naar uit. Nog even zag ik Stefaan komen piepen, onze systems engineer van It Services, maar op dat moment werd ik hardhandig van de pc verwijderd, mijn uur zat erop. Wellicht had hij een security issue, maar dat zal dan voor een volgende keer zijn. Daarna stuurde ik het Mavic wiel richting Moving Store. Volgens Mavic USA valt zo’n wiel-breuk zeker onder de garantie dus heb ik wellicht binnenkort een reservewiel. Indien Mavic me een constante wiel-voorraad aanbiedt, wil ik hier gerust nog wat off-road testen uitvoeren. En dan was het terug fietstijd. Ik was van plan om tot in Cokeville te fietsen en daarvoor moest ik eerst nog een col over. Die col had ik eigenlijk al voor 80% percent afgewerkt in de off-road versie maar daar werd helaas geen rekening mee gehouden. De rest van de rit verliep vrij vlot. Ik mocht wel voor de eerste keer op het Amerikaanse continent kennismaken met het gegeven ‘stevige wind op kop’. Nu Filip Meirhaeghe toch op zoek is naar een job kan hij me hier misschien wat uit de wind komen zetten. Ik weet zeker dat het er een geschikte kerel voor is en volgens mij is hij nog fijn gezelschap ook. Wat mij betreft, kan Vdb hier ook ‘ns zijn hoofd komen leegmaken, ik ben pas een goede maand onderweg en volgens mij werkt het wel. Indien jullie één van de heren of beiden tegenkomen, stuur maar op, ik denk dat DHL het snelst is. Na nog enkele uren stevig doortrappen, bereikte ik Cokeville. Kamperen deed ik deze keer in het stadpark, bij navraag in de city hall bleek dat geen enkel probleem te zijn. Meer zelfs, er waren restrooms en water voorzien. Allemaal voor niks, dank je wel Amerika. En nu je er toch over begint, met de hielen gaat het ondertussen beter. Gisteren dacht ik nog dat ik zou moeten beginnen experimenteren met vliegenlarven maar dat lijkt voorlopig voorbarig te zijn.

 

6/08/2004     Cokeville stadspark – Mountain View stadspark

Gisterenavond kreeg ik nog een stevig onweer te verwerken. Ik stond onder een boom geparkeerd en was er niet helemaal gerust in. Veiligheidshalve ben ik een uurtje in de toiletten gaan schuilen. Na het onweer bleek dat er enkel van andere bomen takken waren gevallen, het was weer paniek voor niets geweest. Deze morgen volgde ik verder Highway 30, het was er behoorlijk rustig en de shoulder was er perfect geveegd. Na een 2-tal uur fietsen kwam de wind plots opsteken, hij kwam wel degelijk terug uit het zuiden. Ik besliste om mijn route wat aan te passen zodat ik pas morgen terug mijn oorspronkelijk geplande traject bereik. Hierdoor kan ik de rest van de dag richting zuidoosten fietsen en wordt het i.p.v. wind op kop wind in de zij, een mens mag al ‘ns flexibel zijn. Vandaag passeerde op de kilometerteller het getal 3333,3. Voor de taalkundigen onder jullie wellicht niets speciaals, maar voor mensen met een wiskundig geheugen zijn dit bijzondere momenten. Het landschap was sinds gisteren behoorlijk veranderd. De bomen waren verdwenen, de bergen werden heuvels en alles was plots veel minder groen, zou ik dan echt richting zuiden opschuiven. Mijn gepland eindstation was Carter, ik zou er dan zo’n 120 km hebben opzitten en dat leek me ruim voldoende. Maar toen ik daar aankwam, bleek het een spookstad geworden te zijn. 5 huizen en geen levende ziel te bespeuren, dit leek me nu ook niet echt bijster gezellig en er was eveneens nergens water te bespeuren. Verder fietsen dus en dat voor nog 25 km richting Mountain Vision. Helaas hadden ze er ook nog enkele hellingen tussen geplaatst, een iets gedetailleerdere kaart zou soms toch handig zijn. In Mountain Vision opteerde ik terug voor het stadspark. Tevreden klanten keren steeds terug. Ik was rustig mijn dagboek in mijn pda aan het aanvullen toen hier een complete familie neerstreek (van overgrootmoeder tot achterkleinkinderen). Het was een soort reünie en ze zouden hier een maaltijd nuttigen. Nog geen 2 minuten later was ik natuurlijk (?) voor deze maaltijd uitgenodigd. Ze hadden gedacht aan een kleine barbecue en een uitgebreide desserttafel, dat leek me een bijzonder smakelijk gegeven. Bij de barbecue durfde ik me nog niet volledig te geven, de etiquette weet je wel. Maar bij de desserttafel liet ik me ‘ns goed gaan: fruitcocktail en diverse soorten taart. Vooral de taart die Heidi had klaargemaakt, was heerlijk, maar dan echt heerlijk. Het werd andermaal een onverwachts fijne avond (ik denk dat je binnenkort met de zoekterm ‘fijn’ op google bij movingsouth.be terechtkomt). Ze vertrokken natuurlijk niet alvorens me een rantsoen voor morgen mee te geven.