Scroll Top

Argentinië – part 2

24/04/2005   Perito Moreno – Bajo Caracoles

128 km – 7u45min – gem. 16.5 km/u

Na het ontbijt liet ik Niklaus en zijn fanatieke fan achter in hotel Americano, Ruta 40 wachtte me op. Tot mijn verrassing kreeg ik nog 20 kilometer asfalt cadeau, daarna werd er overgeschakeld op ripio van degelijke kwaliteit. Tijdens de eerste uren was het terug bitterkoud, gelukkig was een ander gevreesd natuurelement nergens te bespeuren, het was windstil. De pampa was vandaag nooit eentonig. Op tijd en stond moest er wat geklommen worden waarna ik in een nieuwe vallei telkens op een schitterend kleurenpallet werd getrakteerd.

Oneindig variërende rood-bruine schakeringen, ik vroeg me af of er in Colores del Mundo van Levis ook een Patagonië-gamma zit. Door de koude temperaturen – het water in de drinkbus bevond zich onder een ijslaagje – had ik het gevoel dat ik sneller door mijn brandstof heen zat. Het aantal eetmomenten bijhouden was vandaag onbegonnen werk. Bajo Caracoles, een dorp met ruim geschat 15 huizen en 50 inwoners bezat tot mijn tevredenheid ook een hostal. Mijn plaats voor de kachel stond ik gedurende de hele avond niet meer af.

 

25/04/2005   Bajo Caracoles – Media de la Pampa

132 km – 6u24min – gem. 20.6 km/u

Ruta 40, dezelfde weg als gisteren, nog steeds al sur. Voor ik vertrok had de vriendelijke hostal-uitbaatster me nog nuttige info over het wegprofiel en de voedselvoorzieningen verstrekt. Na een korte klim bereikte ik de echte pampa. De nog steeds degelijke ripio strekte zich tot in het oneindige voor mij uit, je kan hier maar beter geen agorafobie hebben. In het westen kon ik nog enkele besneeuwde Andes-toppen zien, in de andere windrichtingen was er niets buiten pampa. Windrichtingen? Tiens, ook vandaag was de wind niet van de partij. Een ‘local’ – één van de twee mensen die ik vandaag tegenkwam – had me bovendien verzekerd dat, indien ik om 11u nog niet van mijn fiets was geblazen, ik ook de wind voor de rest van de dag niet hoefde te vrezen. Onderweg maakte ik ondertussen kennis met het dierenrijk: een dozijn guanacos en één gordeldier passeerden de revue. Ik wist niet dat ook deze beesten tijdig de Ark hadden bereikt.

 

Pampamijmeringen

Ik kan het niet langer ontkennen, aan mijn trip naar het Zuiden komt binnenkort een einde. Ik zit ondertussen 10 maanden op mijn zadel en – enigszins tot mijn eigen verbazing – ben ik het fietsen op geen enkel moment beu geweest. Het fietsen was nooit een opdracht. Integendeel, ik was me er ieder dag opnieuw van bewust welk bijzonder avontuur ik aan het beleven was. Dit was mijn eerste trip met een bepakte fiets maar het was zeker niet mijn laatste, voor mij is het de ideale manier van reizen. De landschappen waar ik doorheen fietste bezorgden me dikwijls kippenvel. Op de route van de Canadese bossen tot de Argentijnse pampa was er altijd wel iets moois te zien. Ik weet niet hoe het zit wanneer je voor langere tijd rondreist maar bij mij is er na 10 maanden nog helemaal geen sprake van gewenning, ik word nog steeds haast dagelijks verbaasd door de schoonheid van Moeder Natuur. Ook de mensheid verbaasde me, en laten we duidelijk zijn: in bijzonder positieve zin. Van rijke Amerikanen tot een arme Boliviaanse llamaherder, vele fijne en bijzondere mensen kruisten mijn pad. Ontelbaren zijn blijkbaar bereid om, belangenloos, een Belgische fietser met een zot idee te helpen. En misschien had ik geluk, maar onderweg kwam ik, als rijke westerse toerist, niemand tegen met slechte bedoelingen. Na een klein jaar rondfietsen op het Amerikaanse continent heb ik het gevoel dat het nog niet zo slecht is gesteld met de mensheid.

 

26/04/2005   Media de la Pampa – Estancia Siberia

120 km – 6u32min – gem. 18.2 km/u

Afgelopen nacht werd ik meermaals door de koude gewekt. In verschillende etappes probeerde ik een onderkoeling af te wenden: onderlijveke aangetrokken, fleecedeken dichtgeritst, slaapzak dichtgeritst en toegesnoerd, muts opgezet, kousen aangetrokken,… Toen ik om 8 wakker werd, kon ik alle lichaamsdelen nog bewegen, buiten het water in de drinkbussen bleek er niets bevroren. Voor vandaag stonden er terug vele tientallen pampakilometers ingepland. In de eerste 50 daarvan viel er behalve één flauwe bocht weinig te beleven. Rond de middag had de zon voldoende krachten verzameld om de omgeving en mezelf wat op te warmen, ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken om mijn lunch te verorberen. Het oude brood met wat fletse kaas smaakte me maar matig, bovendien begon mijn watervoorraad snel te slinken. De estancia waar ik hoopte bij te tanken lag niet op de Ruta 40 maar 7 kilometer verderop, verscholen in een diepe canyon. 14 extra kilometers leek me wat veel, ik besloot met een half litertje water verder te fietsen en hoopte daarmee de resterende 60 kilometers te kunnen volbrengen. Na de middag bleek de beruchte Patagonische wind plots van de partij. Met de windrichting had ik al bij al nog geluk, wind uit het westen betekende vandaag hoofdzakelijk zijwind. Na een korte inloopperiode had ik een werkzame taktiek ontwikkeld. Hij wordt het best als volgt uitgevoerd: de Ruta 40 werd door de 4×4’s in sporen verdeeld, je vertrekt in het meest westelijke spoor, bij een windvlaag laat je je gewillig in een meer oostelijk spoor blazen, tijdens windluwe momenten maak je van de gelegenheid gebruik om je terug in het meest westelijke spoor te maneuvreren. De theorie blijkt wel eenvoudiger dan de praktijk. De fietsintensiteit was door de wind toegenomen wat met zich meebracht dat ook de vraag naar water groter werd. Helaas, er was geen water. De rivierlopen blijken hier na de zomer droog te staan en van derden hoefde ik weinig te verwachten. Deze morgen kruiste welgeteld 1 wagen mijn pad en dat aantal zou voor de rest van de dag onveranderd blijven. Opgedroogd en leeggereden bereikte ik Estancia Siberia. Al ruim 90 kilometer kondigde deze via diverse panelen aan dat er voedsel, drank en bedden voorradig waren. Helaas bleek er net vandaag, buiten 2 honden en een schaap, niemand thuis. Veel keuze had ik niet, ik verschafte me onrechtmatig toegang tot het terrein en ging op zoek naar water. De zoektocht was bijzonder succesvol, want naast water had ik ook een open deur gevonden, deze verschafte toegang tot een nieuw ingericht slaapvertrek, inclusief kwaliteitsbed. Ik was te moe om mij zorgen te maken en viel prompt in slaap.

 

27/04/2005   Estancia Siberia – Tres Lagos

97 km – 5u33min – gem. 17.5 km/u

In alle vroegte verliet ik de plaats van ‘misdaad’, ik kreeg er op dit ontiegelijk uur een spectaculaire zonsopgang cadeau. In de loop van alweer een pampadag bleek dit zowat het enige vermeldigingswaardige feit te zijn. Of valt er over de Patagonische wind nog iets zinnigs te schrijven? Vandaag was hij andermaal op de afspraak, eerst als een stevige zijwind daarna had ik hem gedurende zo’n 20 kilometer pal op kop. Hij blies met een kracht waar John Massis jaloers zou op geweest zijn. Ik poogde al trippelend de snelheid boven de 7km/u te houden maar dit lukte slechts gedeeltelijk. Soit, het waren slechts 20 kilometer, de dominerende windrichting is hier in Patagonië west/noordwest en daarenboven zou de wind op zijn sterkst zijn tijdens de maanden december en januari, reden tot klagen heb ik dus niet.

 

28/04/2005   Tres Lagos – El Calafate

169 km – 9u37min – gem. 17.5 km/u

Vandaag was een dag van sterk wisselende gemoedstemmingen. Gisterenavond had ik besloten om de op til zijnde verjaardag gewoon te negeren. Helaas vergeefse moeite, al vroeg na het ontwaken schoot het me toch te binnen. Jarig, de 3e keer al zonder Sophie, ik werd er allesbehalve vrolijk van. Daarenboven is 33 ook nog ‘ns een stom getal, het is me veel te oneven. Net als gisteren vertrok ik vroeg op pad. De eerste 45 kilometer gingen westwaarts en door een vroeg vertrek kon ik de wind min of meer buitenspel zetten. Drie uur later, het profiel bleek niet vlak te zijn, bereikte ik het kruispunt vanaf waar het pal richting zuiden verderging. Tot mijn grote verrassing bleek de weg geasfalteerd. 90 kilometer onverwachte asfalt, al bij al een mooi verjaardagscadeau. Niemand had me natuurlijk beloofd dat dit voor de volledig resterende weg zou zijn. Niettemin, ik sloeg mijn veronderstelling als absolute waarheid in mijn geheugen op. Dat ik 15 kilometer verderop plots in de gietende regen terug op ripio terechtkwam, was natuurlijk geen goede zaak voor de moral. ‘Hotel/Confiteria Leona’ las ik op een bordje, ik herinnerde me in mijn reisgids iets gelezen te hebben over lekker gebak aldaar. Een glimlach verscheen op mijn lippen, maar verdween al even snel toen ik even later voor een gesloten deur stond. Renovatiewerken om je in de toekomst beter te kunnen dienen. Ha! toekomst! Ik beleefde één van mijn betere baalmomenten. Uiteindelijk kreeg ik een uur later, in een soortgelijk etablishment, toch nog mijn verjaardagsgebak. Ik was ondertussen zo’n 80 kilometer onderweg en de eigenaar was zichtbaar verrast dat ik dit in zo’n ‘korte’ tijd voor elkaar had gekregen. De fietsende Japanner die ik even nadien kruiste was dat zichtbaar ook. Hij had op dat ogenblik amper 15 kilometer op zijn teller staan. Met 70 kilogram aan bagage leek me dat zo slecht nog niet. Hij sprak noch Engels, noch Spaans, maar bleek zich wel te amuseren in de regen. Vreemd volkje. Daarna volgde er nog maar ‘ns een strook wegenwerken. Een mens vraagt zich af waarom je enkel bij regenweer door omgewoelde aarde heen moet. Soit, binnen 10 jaar is de Ruta 40 wellicht volledig geasfalteerd en dan hebben de wereldfietsers enkel nog de wind om over te schrijven, ik zou niet in hun plaats willen zijn. Het was 18u30 toen ik me, met 135 kilometer op de teller, besluiteloos op het kruispunt van de Ruta 40 en de geasfalteerde weg naar El Calafate bevond. Het was goed dat ik vandaag alleen onderweg was, ik vrees dat eender welke compagnon een zenuwinzinking nabij geweest zou zijn. Ik vond een plaats om mijn tent op te zetten, maar besliste uiteindelijk toch om de resterende 32 kilometer in het donker te fietsen. Eenmaal de beslissing genomen was, ging het vanzelf. Op de grote molen van Oudenaarde naar Gent, dat was kinderspel. Even voor 20u bereikte ik El Calafate, ik vond er vrij snel Hostal Calafate inclusief alle benodigdheden: fiets- en lichaamsreiniging, voedsel, internet, … Is me dat het (verjaar)dagje geweest.

 

29/04/2005   El Calafate – rustdag incl. bezoek Perito Moreno gletsjer

Net als de ‘gewone’ toerist had ik me een tourarrangement naar de Perito Moreno-gletsjer geboekt. De bus leek me vandaag een goed alternatief voor de fiets, 80 kilometer heen en terug over een weg met werkzaamheden daar had ik niet bijster veel zin in. Dat mijn vrijheid in een bus beperkter was, werd snel duidelijk. De zonsopgang over Lago Argentina was schitterend, maar de bus, hij tufte gewoon verder. Tijdens de verkoop van het arrangement wordt er natuurlijk het één en ander verbloemd. Zo bleken we 3 kilometer voor we de eigenlijke gletsjer bereikten een stop van anderhalf uur te maken. Diegenen die dat wensten konden een boottripje maken, maar ik had weinig zin om daar extra dollars aan te spenderen aangezien ik overmorgen bootsgewijs de Upsala-gletsjer wil verkennen. Wat het alternatief was? Geen, zo bleek, je kon in de bus wachten. Ik was natuurlijk niet bereid om mijn vrijheid volledig op te offeren en zei adieu tot de groep. Ik wandelde, nu er nog zon was, de resterende kilometers in mijn eentje tot aan de gletsjer. Daar aangekomen heb ik met open mond maar toch in stilte ruim 3u genoten van de schoonheid van Moeder Natuur. Een tevreden gevoel kan blijkbaar ook zonder fietsen bekomen worden, daar kom ik nu pas achter.

 

30/04/2005   El Calafate – rustdag

Ik nam het rusten vrij letterlijk vandaag. Ook in klaarlichte dag spendeerde ik enkele uren horizontaal op bed. Daarnaast natuurlijk de rustdagklassiekers: wassen en plassen, correspondentie op orde gebracht, een scheerbeurt (mijn proefschrift over kwaliteitsverschillen bij wegwerpscheermesjes is bijna afgerond),… Verder nog genoten van taart en gebak, na een uitgebreide testronde blijken de Argentijnse lekkernijen safe voor mijn maag. Indien het een beetje meezit bereik ik de heimat terug met mijn vertrekgewicht. Qua technische activiteiten heb ik mijn eigen ontworpen schoenovertrekken verder verfijnd, met plastiekzakken en ducktape kom je een heel eind. Daarnaast ook mijn kilometerteller hersteld, het (on)ding weigerde dienst sinds ik het andermaal uit mijn handen liet vallen. Het plan om ‘ns tot aan Lago Argentina te fietsen werd door de regen tenietgedaan, wakker kon ik daar niet van liggen.

 

1/05/2005     El Calafate – rustdag incl. boottrip naar Upsala gletsjer

Deze morgen moest ik vroeg uit de veren, en dat op een rustdag. Om 8u werd ik met – zo bleek – hoofdzakelijk bejaarden ingescheept voor een dagje gletsjer kijken in het parque nacional Los Glaciares. Het weer was helaas niet top, maar vrij snel werd duidelijk dat de gletsjers dat wel waren. Glaciar Upsala, glaciar Segazzini, glaciar Onelli, glaciar Agassiz, … de één bezat al indrukwekkender afmetingen dan de andere. Upsala was de grootste die we te zien kregen: 60 km lang, 595 km?, 5-7 km breed, 60-80 m hoog. Cijfers, niet veelzeggend misschien, maar geloof me, het was vrij indrukwekkend. ‘s Avonds bleken Ben en Alina nog steeds in de hostal aanwezig te zijn. Dit Amerikaans-Canadees koppel was gisteren doorweekt neergestreken. Kamperen, het blijkt niet altijd een fijne aangelegenheid. Ben fietste ooit van de west- naar de oostkust in de States in amper 45 dagen, gemiddeld 160 kilometer per dag. Bovendien was hij 4 jaar fietskoerier in Boston geweest. Maw, er was ruim voldoende gesprekstof om nog een avond te vullen.

 

2/05/2005     El Calafate – El Cerrito

98 km – 3u56min – gem. 24.9 km/u

Vandaag ruilde ik de beschaving terug voor de pampa. Ik verliet El Calafate op een geasfalteerde weg onder een strakblauwe hemel, daarbij vergezeld door een stevige rugwind, van ideale fietsomstandigheden gesproken. De kilometers vorderden snel. Voor de dijspier in mijn linkerbeen blijkbaar iets te snel, ik kreeg af te rekenen met krampen. Tiens, voor het eerst tijdens deze trip en dat na 3 rustdagen. Na wat strekken en rekken kreeg ik de spier terug onder controle, maar er bleef een pijnlijk gevoel achter. Ik had mijn kaart niet echt in detail bekeken en was dan ook enigszins verwonderd toen ik plots een klim van zo’n 13 kilometer kreeg voorgeschoteld. Het positieve nieuws was dat mijn spieren warm kregen en daardoor draaide het linkerbeen terug iets vlotter. Na de klim volgde er echter geen afdaling, ik kon over een plateau verder en dit in zonnige maar ijskoude omstandigheden. De asfalt bevond zich er onder een laagje watersneeuw. Mijn nieuw ontworpen schoenovertrekken doorstonden de test naar behoren, ze zijn meer waterdicht dan mijn waterproof handschoenen. Na 3 dagen drogen voelen deze nog steeds vochtig aan, blijkbaar zijn ze in de verkeerde richting waterdicht. In El Cerrito dacht ik een hostal te vinden, maar er bleek niets meer dan een bescheiden huisje van de wegenwacht te staan. Vinciento Lassoz, de wachter van dienst, was echter op fietsers voorzien. Ik kon er zowaar een bed, veel te veel koffie en een warme maaltijd krijgen.