De laatste landen op onze terugtocht doorheen Europa waren Oostenrijk, Tsjechië en Duitsland. Ze bleken allen over voldoende ingrediënten te beschikken om ons fietsers te bekoren (het weder even buiten beschouwing gelaten). Door een uitgebreid netwerk aan “Radwegen” dachten we bijna dat de auto in Europa was uitgestorven. De Europese natuur voelde natuurlijk een stuk vertrouwder aan, maar is daarom niet minder mooi: kabbelende beken, de dagelijkse roofvogel, uitgestrekte bossen, groene weiden en proper gecultiveerde akkers.