Scroll Top

Chile – part 2

16/04/2005   Puerto Ramirez – La Junta

102 km – 6u07min – gem. 16.7 km/u

Deze morgen werd ik gewekt door het getik van de regen op het dak. Een zonnestraal door het venster leek me een fijner ontwaakgebeuren maar er viel helaas niet te kiezen. Ik nuttigde wat oud brood en een tas Nescafé en verliet de bescheiden hospedaje ‘El Cruce’. Gisteren had ik voor het slapengaan nog ontdekt dat de volledige kamer uit asbest was opgetrokken, dan denkt een mens ‘ns dat hij gezond bezig is.

Na 30 kilometer peddelen in miezerige weersomstandigheden bereikte ik de langverwachte Carretera Austral. Volgens de vele wereldfietsers die mij hier voorgingen is deze 1000 kilometer lange ripio in Zuid-Chili een absolute must. Helaas varen de meeste ferry’s hier enkel in de zomer uit waardoor mijn route op de carretera wordt ingekort tot zo’n 550 kilometer. De fietsers die de afgelopen weken mijn weg kruisten hadden het echter vooral over de regen op de Carretera Austral. En inderdaad, na enkele kilometers kon ik in de weertypebeschrijving ‘miezeren’ vervangen door ‘regenen’. Niettemin bleef de weg van degelijke kwaliteit en het landschap was zelfs onder deze sombere weersomstandigheden best aardig. Tien kilometer voor ik de finish in La Junta bereikte, wilden ze hierboven mijn moral nog ‘ns testen, het ‘regenen’ werd ‘gieten’. Ik bereikte al glimlachend, maar volledig doorweekt Hospedaje Tia Lety. Tante Lety had de tuinslang al klaargelegd, mijn fiets was in geen tijd terug moddervrij. Nadat ik mijn achterwiel enige nazorg had verleend, ontdeed ik mezelf ook van de modderbrij.

 

17/04/2005   La Junta – Villa Amengual

142 km – 9u09min – gem. 15.5 km/u

Na een maagvullend ontbijt verliet ik om 8u de fijne hospedaje, Tia Lety wenste me een droge dag toe. De bewoners van Zuid-Chili behoren zeker niet tot de rijkste klasse van hun land, de behuizing in deze vochtige en kille omgeving is meestal zeer ‘bescheiden’. Ook hier hebben ‘primaire behoeften’ een andere invulling als bij ons. In mijn Footprint werd de omgeving rond La Junta als stoffig en vlak omschreven. In de praktijk bleek deze eerder modderig en heuvelachtig te zijn. Een nieuw mirakel van paus JP II? Na 45 kilometer fietsen bereikte ik Poyuguapi, de gegoeden onder jullie kennen deze plaats ongetwijfeld van zijn luxueuze thermas. Overnachten kan er al vanaf 250$, waarom ze zo’n info in een Footprint of Lonely Planet dumpen is me alsnog onduidelijk. Na het inslaan van wat voedsel vervolgde ik mijn weg. Voor een blik op de Colgante gletsjer moest ik slechts 5 kilometer omrijden, deze zouden vandaag het verschil niet maken. Ondanks de laaghangende bewolking was het zicht op het blauwe ijs best spectaculair. De Carretera Austral ging verder in stijgende lijn. Ik herinnerde me vaag Kelly McKeans woorden ivm een col van 500 meter. Op dat moment had ik gedacht: “ja goed, 500 meter en verder”. Het was pas na een halfuur klimmen dat ik doorhad dat het over 500 stijgingsmeters ging. Dat veranderde de zaken enigszins, zeker toen daarenboven de dirt-road door hevige regens in een rivier werd herschapen. Ik stelde het aantrekken van mijn regenvestje uit tot ik de col had bereikt. Dit bleek inderdaad rijkelijk laat te zijn. Doornat begon ik aan de afdaling. Wegenwerken over een afstand van 10 kilometer zorgden hierbij voor een mooi egaal bruine tint. Mijn ketting haperde van ongenoegen. Door de onderschatte col begon ik ondertussen in tijdnood te geraken. Het aantal uren beschikbare daglicht krimpt hier snel. Kamperen in doorweekte toestand vond ik geen optie en dus moest ik Villa Amengual zien te bereiken. Tien kilometer voor het dorp moest ik een nieuwe col over, het was duidelijk dat vandaag geen cadeaus werden uitgedeeld. Ik haalde het uiteindelijk net. 142 km dirt-road in een etmaal, een unicum tijdens deze trip. Moe maar voldaan …

 

18/04/2005   Villa Amengual – Maihuales

60 km – 3u15min – gem. 18.5 km/u

Lluvia, lluvia, lluvia, het zal wel nooit mijn favoriet weertype worden. Toch één voordeel, deze morgen moest ik niet lang twijfelen in welke outfit ik voor de dag zou komen. Zoveel mogelijk plastiek leek mij de beste keuze. Er restten mij nog slechts 40 kilometer ripio op de Carretera Austral, daarna gaat het tot in Puerto Ibanez verder op asfalto. Veel meer dan uitkijken naar die pavimento deed ik de eerste uren niet. Of toch, ik keek ook uit voor putten en bulten. Na 40 kilometer zag ik plots geschilderde lijnen in de verte. Wegmarkeringen op ripio heb ik hier nog niet gezien, dus daar moest de asfalt beginnen. Ik produceerde zowaar enige decibels van tevredenheid. Toen even later ook nog de zon tevoorschijnkwam, kon de pret niet meer op. De laatste 20 kilometer waren een makkie. Mijn ketting was vragende partij voor wat olie maar ik vond dat hij nu nog een uur kon wachten. Na 3u15min fietsen bereikte ik Maihuales (je kan niet elke dag 9u op de fiets zitten). De Lonely Planet raadde me residencial Maihuales aan. De naamgeving mag dan misschien niet bijster origineel zijn, het zou er toch proper en goedkoop toeven zijn. Helaas bleken ze daar niet bijzonder opgezet met mijn vroege komst. Ik kon in de kamer vanaf 17u (het was toen 13u) indien ik er vroeger in wou moest ik een dag bijbetalen. Onredelijk leek me, maar ik was te lui om iets anders te zoeken. Na wat onderhandelen betaalde ik 1000 pesos ofte 2$ meer. Mijn fiets was na de vochtige ripio van de afgelopen dagen klaar voor een grondige reinigingsbeurt, na een toertocht of een Bloso-parcours in de Vlaanders is het natuurlijk niet anders. Ik besloot eveneens een kettingwissel door te voeren, het zal zowat de laatste geweest zijn. Toen ik na een uurtje kuisen zelf toe was aan een reinigingsbeurt vroeg ik mevrouw van de residencial of ik een handdoek kon gebruiken. Helaas was ze ook nu niet meegaande. Het stellen van de diagnose was eenvoudig: ze heeft alle verschijnselen van chronische regenmoeheid.

 

19/04/2005   Maihuales – Coyhaique

94 km – 4u38min – gem. 20.3 km/u In het ochtendgloren verliet ik residensial Maihuales en zijn enerverende uitbaters. Het nuttigen van een ontbijt zou ik wel op een ander doen. Ik had gisteren de kaart nog ‘ns van dichtbij bekeken en het profiel voor de rit van vandaag kondigde zich vlak aan. Al snel bleek echter dat wegen langs waterlopen niet overal vlak zijn. Ik maakte er geen punt van, zo nu en dan een bescheiden bult houdt het lichaam warm. Na 40 kilometer bereikte ik de afslag naar Puerto Aisen. Volgens mijn reisgids regent het er zowat iedere dag van het jaar, ik had er maw niets te zoeken en vervolgde mijn weg (in de regen) naar Coyhaique. Fietsend langsheen rio Aisen passeerde ik nog wat onbeduidende watervallen. Ook hier hadden ze terug een cascada de la Virgen, ‘geloven’ blijft in Zuid-Amerika een populair tijdverdrijf. Met nog 12 kilometer te gaan kwam ik plots voor een muur te staan, een tunnel bracht gelukkig soelaas. Na die donkere passage moest er nog een stevig eind geklommen worden. Hevig transpirerend in mijn plastieken jasje bereikte ik Coyhaique, een stad met ruim 40000 inwoners en alle bijhorende faciliteiten.

 

20/04/2005   Coyhaique – rustdag

De rustdagtaken waren deze keer vrij beperkt: wat kledij binnensteken bij de lavanderia, de uren van de ferrycrossing tussen Puerto Ibanez en Chile Chico nakijken, enkele nieuwe foto’s online zetten en last but not least een telefoontje naar het thuisfront plegen om wat extra budget los te weken. De voormiddag was nog niet eens halfweg toen mijn volledig to do-lijstje succesvol was afgewerkt. De infobrochure van Coyhaique probeerde me allerlei interessants aan te smeren maar ik had vrij snel door dat er in deze stede weinig te beleven viel. Ik kon moeilijk de hele middag memory op mijn palm spelen en dus begaf ik me naar het www. Ik raadpleegde er wat websites van collega’s fietsers ivm de te volgen route voor de komende dagen. Volgens diverse bronnen zou de Ruta 40 tussen Perito Moreno en El Calefate van zeer gebrekkige kwaliteit zijn, over het landschap waren de meesten kort: pampa. Toen ik moe gesurft was, slenterde ik terug naar de Hospedaje. Natty wist me er te vertellen dat Niklaus was langsgeweest. Dat was nu nog ‘ns goed nieuws. Mijn Zwitserse ploegmaat had voor het overbruggen van de afstand Bariloche-Coyhaique klaarblijkelijk één dag minder nodig gehad, het blijft een stevige coureur.

 

21/04/2005   Coyhaique – rustdag

Het weerzien met Niklaus was een gezellige activiteit, het is fijn om horen hoe een ander dezelfde route beleefde. De regen heeft hij in elk geval ook gehad. Op vrijdag varen er geen ferries over Lago Buenos Aires in de richting van Puerto Ibanez naar Chile Chico, daardoor spenderen we noodgedwongen een extra rustdag in Coyhaique (net vandaag krijgen we natuurlijk een strakblauwe hemel te zien). Morgen fietsen we dan (in de regen?) verder naar Puerto Ibanez en zaterdag worden we normaliter richting Argentinië verscheept. Omdat mijn versnellingskabel aan vervanging toe was moest ik nog bij de taller de bicicleta langs. Na het webonderzoek van gisteren begon ik te twijfelen of ik wel de juiste banden heb voor de 600 kilometer modderige dirt op de Ruta 40 en bijgevolg schafte ik me nog een stevige noppenband voor achteraan aan. Verder was er de afgelopen dagen een verrassende ontwikkeling voor Niklaus. Een Zwitserse jonkvrouwe wacht hem onaangekondigd in Perito Moreno op. Vanaf Perito Moreno (het dorp, niet de gletsjer) ga ik dus vermoedelijk alleen op zoek naar het zuiden. Hoeveel dagen ik nodig heb om El Calafate en de bewoonde wereld terug te bereiken is voorlopig nog onduidelijk. Naargelang de geconsulteerde bron moet ik op 9 à 14 dagen rekenen om de 600 kilometer slechte ripio en de wind te overwinnen, voorlopig gok ik zelf nog op 6 dagen. Onderweg zal ik weinig voorzieningen vinden, daarom kocht ik me vandaag een verse kookpot en een paar kilo spaghetti aan. Ik voel er namelijk weinig voor om terug een week enkel op koekjes te fietsen.

 

22/04/2005   Coyhaique – Puerto Ibanez

122 km – 6u33min – gem. 18.5 km/u

De dag werd met een glimlach gestart, ik zag vanuit mijn bed een wolkenloze helblauwe hemel. Voor vandaag stonden onze laatste kilometers over de Carretera Austral ingepland. De – hier nog steeds geasfalteerde – Carretera voerde ons doorheen het Reserva National Cerro Castillo. De omgeving was in bijzonder gezellige herfsttinten gehuld, het was er mooi fietsen tussen de koperrode, olijfgroene en goudgele bomen. De lunch moesten we, wegens te koud, vervroegd afbreken. Ik poogde me te herinneren wanneer we voor het laatst, wegens te warm, tijdens de lunchpauze de schaduw hadden opgezocht. Na 90 kilometer kwamen we bovenop Portezuelo del Diablo te staan, de (lichtlopende) col van 1130 meter was normaliter mijn laatste verblijf boven de 1000 meter van deze trip. Tijdens de afdaling – nu met helm – deed ik nog een ultieme poging om mijn snelheidsrecord scherper te stellen, ik bleef helaas steken op 76 km/u. Even verderop vervolgde de Carretera Austral zijn weg richting Villa O’Higgens. Wij namen, met enige spijt in het hart maar noodgewongen wegens geen ferries verderop, de afslag naar Puerto Ibanez. Op de dirt-road kon ik tot mijn tevredenheid vaststellen dat het comfortabel fietsen was met mijn nieuwe ProTrack-achterband. Na 30 kilometer hoofdzakelijk afdalen bereikten we lago General Carrera (zoals de Chilenen het noemen) ofte Lago Buenos Aires (zoals de Argentijnen het noemen). De streek rondom het meer zou van een warm zonnig microklimaat genieten, maar toen wij er aankwamen zat de zon al terug enkele uren achter een dreigend wolkendek verscholen.

 

23/04/2005   Puerto Ibanez – Perito Moreno

90 km – 4u14min – gem. 21.2 km/u

We ontwaakten in een ondergesneeuwd microklimaat. Ik was alvast tevreden dat we de col van gisteren vandaag niet over moesten. Vooraleer we ons naar de ferry begaven, fietsten we nog ‘ns tot aan de Salto Ibanez, Niklaus bezit nog steeds een onvoorwaardelijke adoratie van watervallen. Lago Buenos Aires is na lago Titicaca het 2e grootste meer van Zuid-Amerika. De omgeving is bijzonder fotogeniek, maar mijn enige bekommernis op de ferry was: “hoe krijg ik mezelf terug warm?” Chile Chico heette ons welkom in ‘sun city’. De zon was inderdaad van de partij en eenmaal op de fiets trad ook mijn bloedstroom terug in werking, we peddelden enkele kilometers tot aan een nieuwe grensovergang Chili-Argentinië. Ook bij de 3e bordercrossing werden alle formaliteiten snel en efficiënt afgewerkt. Na de lunch, het was ondertussen 16u, fietsten we de resterende 60 geasfalteerde kilometers tot in Perito Moreno. Deze kilometers waren eveneens de laatste kilometers van de wimnik-express. Sinds we elkaar per toeval tegen het lijf liepen in Oaxaca (Mexico), fietsten we samen meer dan 10000 kilometer. We hadden overeenkomstige interesses, waren meestal even fanatiek in het fietsen en flexibel in de omgang. Er waren maw voldoende elementen om als een goed en sterk team te kunnen functioneren. Het was zeker een meerwaarde om gedurende ruim 6 maanden over een fijne compagnon te kunnen beschikken.