Scroll Top

Chili

11/03/2005   San Pedro de Atacame – rustdag

De klassieke ingredienten van een rustdag: fietsonderhoudsbeurt, wassen & plassen, internet-update, koolhydraten opslaan, rusten, … Verder besteedde ik ook wat tijd aan de verwerking van een lichte cultuurschok. Goed georganiseerde resto’s met een gevarieerd aanbod, werkende toiletten met toiletpapier voorradig, bedden langer dan 1m60, winkels met gevulde rekken, bestuurders in hun auto ipv eronder, … het is even aanpassen na een verblijf van ruim 6 weken in de bergen van Peru en Bolivia. De ‘luxe’ blijkt echter ook een prijskaartje te hebben, een middagmaal voor 1$ zullen we hier in Chili wellicht niet meer vinden.

12/03/2005   San Pedro de Atacame – Calama

114 km – 6u45min – gem. 17 km/u

Deze morgen verlieten we het gezellige San Pedro de Atacame. Om de overgang van dirt-road naar asfalt niet te bruusk te doen verlopen opteerden we voor ommetje doorheen de Valle de la Luna. De voorbije dagen zijn we door moeder natuur behoorlijk verwend geweest, Valle de la Luna was mooi, maar het wow-effect bleef uit. Toen we terug op de geasfalteerde weg naar Calama waren aanbeland, stond ons een klim van ruim 20 km te wachten. We stegen, om het af te leren, een laatste keer boven de 3500m. Het landschap links en rechts van de weg was helaas vrij eentonig: woestijn ofte zand. De pista zelf deelden we met koning auto, het vraagt een kleine aanpassing na de autoloze dagen in Peru en Bolivië. In Calama gingen we op zoek naar 2 nieuwe brackets. Chili voelt dan wel behoorlijk westers aan, het aanbod in de fietsenwinkels is er toch eerder beperkt. Mario van bikeshop Miranda had 1 bracket op voorraad. Daar Niklaus’ bracket er het ergst aan toe was, werd deze op zijn Trek gemonteerd. De lengte van de nieuwe bracket bleek uiteindelijk niet helemaal exact te zijn (113mm ipv 112,5mm), daardoor sleept de cranck wat tegen de afsluitring. Aluminium op aluminium, geen probleem volgens Mario, wat olie ertussen en het probleem lost zichzelf op. Afwachten maar.

 

13/03/2005   Calama – Antofagasta

225 km – 9u00 – gem. 25 km/u

Deze morgen moesten we het hazenpad nemen, we waren er terug in geslaagd om de sleutel van onze hotelkamer kwijt te spelen. La llave? Creo en el habitacion. En weg waren we. De etappe van vandaag was er één in in dalende lijn. Van 2600 meter naar zeeniveau en dit over heerlijk bollende asfalt. Zelfs met een Schwalbe Marathon XR achteraan gaat dit nog behoorlijk vanzelf. Na 5 uur fietsen stond er 150 kilometer op de teller (voor de wiskundigen: een gemiddelde snelheid van 30 km/u). Het enig oponthoud onderweg kwam van de politionele macht. Neen, geen bekeuring. Ze boden ons vrijblijvend een glas frisse cola aan. De politie, uw vriend. Na de lunch was ‘het lot’ ons echter minder gunstig gezind. Voor de resterende 75 kilometer was er ruim 4 uur hard labeur nodig. Eén verklaring: wind, wind, wind. Indien we dit scenario de volgende dagen willen vermijden zullen we met de ochtendploeg moeten optrekken. Bovendien blijken onze beider kaarten terug behoorlijk waardeloos te zijn. Op papier zijn er diverse dorpen aanwezig, maar in de praktijk is daar niets van te merken, een acuut watertekort was daar het gevolg van. Het traverseren van de steenbokskeerkring stond wel correct aangegeven. Behoorlijk opgedroogd bereikten we Antofagaste, na 6 weken berg en dal zijn we terug aan de pacific beland . Met 225 kilometer op de teller hebben we het vorig dagrecord naar de geschiedenisboeken verwezen. Benieuwd of ons dat nog ‘ns lukt.

 

14/03/2005   Antofagasta – Los Vientos

160 km – 7u59min – gem. 20 km/u

Na de klim uit Antofagasta stond de desierto de Atacama ons op te wachten. Op de planning voor de volgende dagen staan zo’n 400 woestijnkilometers. Daarmee krijgen we slechts een beperkt deel van de uitgestrekte woestijn te zien, maar dat lijkt ons niettemin voldoende. In La Negra hadden ze nog snel de meest vervuilende bedrijven van Antofagasta bij elkaar geplaatst, hevig piepende luchtwegen waren het gevolg. De eigenlijke woestijnkilometers vallen kort samen te vatten : lichtlopende asfalt, strakblauwe hemel, zand, stralende zon, aangename temperaturen van rond de 30 graden en een stevige bries (op kop of in de rug, helaas niet vrij te kiezen). Ons doel voor vandaag was Los Vientos, volgens de hoteldame van Antofagasta konden we daar vast en zeker de nodige hoeveelheid aan water en voedsel inslaan. Helaas, Los Vientos was nergens te bespeuren. Bij een volgende woestijndoortocht misschien toch maar beter een 2e bron raadplegen.

 

15/03/2005   Los Vientos – Cruce Taltal

132km – 6u00 – gem. 21.9 km/u

Gisteren hadden we alles samen ruim 2000 meter geklommen, vandaag mochten we deze terug afdalen. De hamvraag was: ‘Wat is het eenvoudigst? Klimmen met rugwind of dalen met tegenwind’. We hadden geluk, op het einde van de dag bleek dalen met tegenwind net iets minder inspannend te zijn. Onderweg werd mijn economische kennis nog even opgefrist. Schaarse goederen zijn duur. Voor anderhalve liter water in de desierto de Atacama betaal je minstens 2$. Ik consumeerde 9 liter vandaag, goed voor de helft van mijn dagbudget.

 

16/03/2005   Cruce Taltal – Playa Flamenco

163 km – 8u06min – gem. 20.1 km/u

Vandaag fietsten we onze laatste etappe doorheen de desierto de Atacama. Omdat we andermaal ambitieuze plannen hadden werd het vertrekuur met een halfuur vervroegd. Ook in de droogste woestijn ter wereld bleek het om 7u ‘s morgens nog behoorlijk koud te zijn. Zo’n 70 kilometer voor Chacaral was er een alternatieve route via het nationaal park Pan de Azacar. Volgens Ann en Luc, de Vlamingen die ik in Uyuni ontmoette, was dit een aanrader. De kwaliteit van de weg zag er op het eerste zicht echter maar matig uit en we wisten het zo niet. Een passant overtuigde ons, de weg werd volgens hem zeker niet slechter en bovendien was deze in tegenstelling tot de hoofdweg vrij vlak. De weginformatie bleek naderhand correct en ook het nationaal park bleek best de moeite. Na alweer anderhalf uur genieten bereikten we de pacific en konden we via diverse idyllische baaien tot in Chacaral verderfietsen. In Chacaral viel er weinig te beleven. We vonden er gelukkig wel een passende imbus-sleutel om Niklaus’ cranks terug vast te zetten. De geïmproviseerde bracket-wissel zorgt blijkbaar voor bijkomende problemen. De rest van de middag fietsten we verder langs de Chileense kustlijn. Het is hier ondertussen herfst en daarmee is het toeristisch hoogseizoen duidelijk voorbij. De twee dorpen die we onderweg nog tegenkwamen lagen er verlaten bij.

 

17/03/2005   Playa Flamenco – Copiapé

148 km – 6u32min – gem. 22.5 km/u

Deze morgen volgden we nog voor 60 kilometer de heuvelachtige Chileense kustlijn. Tijdens die 60 kilometer zagen we één dorp, hoe zat dit alweer aan de Belgische kust? Daarna trokken we landinwaarts, met een stevige rugwind naar Copiapé. We zullen als een goedgetraind tijdrit-koppel uit deze trip komen. Vijf kilometer voor de aankomst verloor Niklaus echter zijn linkercrank. Deze vonden we, in tegenstelling tot een essentiële bevestigingsmoer, snel terug. Met één pedaal richting Copiapé, Niklaus kende al vrolijker momenten. In Copiapé pakte ik mijn paard van Troje terug uit. Chili beschouw ik als veilig en daarenboven heb ik lang genoeg op die bruine tape gekeken. Vanaf nu kan ik terug volop van de schoonheid van mijn rijwiel genieten.

 

18/03/2005   Copiapé – Vallenar

153 km – 6u33min – gem. 23.3 km/u

Ik vrees dat mijn triplogs momenteel wat eentonig worden. De voorbije dagen gebeurde er, het fietsen even buiten beschouwing gelaten, niet bijzonder veel. En ook de volgende dagen zal dit wellicht niet anders zijn. Nog tot minstens Valparaiso beperkt onze opdracht zich tot het malen van zoveel mogelijk dagkilometers. Het is op de lichtlopende asfalt alhier dat we wat tijd pogen terug te winnen op de Patagonische winter. Het landschap is maar matig interessant. Zand, nog altijd veel zand. Uren in het zadel doorheen weinig boeiende landschappen, aan mijmermomenten geen gebrek dezer dagen. Opvallend daarbij is dat de gedachten veel sneller naar de heimat afdwalen dan voorheen. Zou dit de gevreesde reisblues zijn? In elk geval beschik ik met vooruitzichten zoals het vriendenbezoek uit Belgenland, het Lake District, de Carretera Austral, de Perito Moreno glaciar en Torres del Paine nog over voldoende elementen om die ‘blues’ af te blokken.

 

19/03/2005   Vallenar – La Higuera

135 km – 6u52min – gem. 19.6 km

Nadat we gisteren in Vallenar waren neergestreken, had ik enkele extra uren platte rust genomen. Mijn benen apprecieerden duidelijk dit gebaar, ik kon vandaag terug over een fris en sterk paar beschikken. Een lichaam in goede conditie recupereert blijkbaar snel van de geleverde inspanningen. Vandaag fietsten we nog wat (heuvelachtige) kilometers verder zuidwaarts. De omgeving wordt langzaamaan iets groener. Kleine stekelige planten halen hun noodzakelijke hoeveelheid aan water uit de ochtenddauw van de pacific. De PanAm vertoont behoorlijk wat gelijkenissen met de weg doorheen Baja California. Ook hier zijn de wegrestaurants the place to be. Zelfs het kip-met-rijst-menu is identiek, enkel de bruine bonen werden tot mijn tevredenheid door tomaten vervangen. De bewoners van deze woestijnstreek hebben het een stuk minder breed dan de meeste van hun landgenoten in de steden. Tot op heden kregen we in Chili, in vergelijking met Peru en Bolivia, een volledig ander (Westers) Zuid-Amerika te zien, maar blijkbaar beschikt toch niet iedereen over dezelfde geldelijke middelen. De kwaliteit van de huizen komt hier terug in de buurt van een doorsnee-Vlaams duivenkot. Gelukkig hoeven ze de regen niet te vrezen. Na een kleine 7u fietsen zat onze dagtaak er alweer op. Middenin de cactussen vonden we een geschikte wildkampeerplaats.

 

20/03/2005   La Higuera – Quebrada Seca

154 km – 7u27min – gem. 20.5 km/u

Vandaag fietsen we door de Elqui-vallei. Deze attractieve oase was een welgekomen afwisseling voor het vele zand van de voorbije dagen. Welriekende bomen na 2 weken geurloos zand, een mens wordt er zowaar vrolijk van. In de Elqui vallei vinden mensen van diverse pluimage hun gading. Het is eerst en vooral een belangrijke verzamelplaats voor astrologische centra. Wetenschappers van over de hele wereld bestuderen van hieruit ‘ons’ heelal. Daarnaast is deze vallei in het bezit van een bijzondere hoeveelheid aan mystieke energie, ttz indien je het geloof van de New Age people wil volgen. En ook de liefhebbers van sterke drank komen hier aan slag, de Elqui-vallei is namelijk de voornaamste productieplaats voor pisco. Of ik veel van dit alles heb gezien? Wel tijdens de nachtelijke plaspauze zag ik de sterrenhemel, maar deze had ik de afgelopen maanden al indrukwekkender gezien. Verder heb ik weinig mystieke krachten in mijn benen gevoeld, enkel een beetje melkzuur op het einde van de rit. En de pisco? Deze laat ik aan anderen over, tegenwoordig vul ik het vochttekort aan met water en heerlijk appelsap van Watt’s.

 

21/03/2005   Quebrada Seca – Chigualoco

162 km – 8u42min – gem. 18.6 km/u

Deze morgen vertrokken we onder een grijs wolkendek. Het werd al snel duidelijk dat we aan de Chileense kust weinig vlakke strandkilometers moeten verwachten. Integendeel, ik had het gevoel dat ik in de Belgische Ardennen fietste, maar dan langs de kust. Na de middag kwam de zon alsnog te voorschijn, het veraangenaamde zeer zeker onze fietsopdracht. Vermoedelijk kan de gemiddelde schrijnwerker het aantal zonloze dagen tijdens mijn trip nog op 1 hand tellen. Op het einde van de dag bleek Los Vilos net 20 kilometer te ver te liggen, de douche zal voor morgen zijn. In Chigualoco vonden we een verlaten camping, de Chilenen vinden het hier ondertussen te koud om te kamperen.

 

22/03/2005   Chigualoco – La Calera

138 km – 7u22min – gem. 18.6 km/u

Iedere morgen stellen ze me opnieuw gerust, ik begeef me nog steeds zuidwaarts. Het licht wordt steeds iets later aangestoken, tegenwoordig is het om 6u30 nog donker. Vandaag lag de finish in La Calera, een stad met naar alle waarschijnlijkheid een hotel. Na 3 dagen wildkamperen zijn zowel ik als mijn kledij aan een grondige wasbeurt toe. Deze morgen had ik het gevoel dat de hellingen nog steiler waren dan gisteren. Omdat ik totaal geen idee had hoeveel hellingen er nog zouden volgen, werd het snel een frustrerende bedoening. De pasos superior bleken een oneindige opeenvolgende reeks te zijn, iets zoals de cijfers na de komma in het getal pi. Na middagpauze restten ons nog 45 kilometer, we gokten op zo’n 22 hellingen maar bleken uiteindelijk behoorlijk fout te zitten. Na een vlakkere strook kregen we een 10-kilometer lange klim voorgeschoteld. Pittig maar met enkele mooie uitzichten, dit bleek een goede zaak voor de moral en benen. In La Calera verliep de hotelzoektocht niet geheel rimpelloos. Eén hotel bleek uitgebaat door de meest onvriendelijke Chileen die ik tot op heden tegenkwam. Het alternatief bleek helaas vrij duur maar soms mogen principes iets kosten.

 

23/03/2005   La Calama – Valparaiso

70 km – 3u40min – gem.19.3 km/u

Vandaag hadden we onze halve rustdag toegeëigend. Een korte ochtendrit richting Valparaiso moest volstaan. De weg bleek tot onze verrassing vlak te zijn maar door het drukke verkeer en een pechstrook van schabouwelijke kwaliteit werd het allesbehalve een ontspannend fietstochtje. Ik voelde me terug als een kegel in een bowlingspel, gelukkig wierp er ook vandaag niemand een strike. Na 60 kilometer angstig trappen bereikten we uiteindelijk heelhuids Via de Mar. Daar brachten 2 wielertoeristen – het was al een poos geleden dat ik nog mensen van deze soort was tegengekomen – ons tot bij de beste fietsenhersteller van ‘t stad. Deze kon mijn bracket niet vernieuwen maar met nuttige info en een nieuwe koersbroek was ik ook al een tevreden man. Nadien restten ons nog 10 kilometer tot Valparaiso, met een tussenstop in de Pizzahut lukte dit zonder problemen. Pablo Neruda had in de buurt van Valparaiso een eigen huis maar wij moesten op zoek naar een hotel. Met goede vrijdag en aansluitend klaarblijkelijk het paasweekend voor de deur bleek dat geen eenvoudige opdracht te zijn. Zo zie je maar Maria en Jozef, het is niet enkel op kerstavond dat er niets te vinden is. Uiteindelijk vonden we na ruim 2 uur zoeken toch een onderkomen voor de nacht en kon ik over mijn vrije middag beschikken.

 

24/03/2005   Valparaiso – San Vincente

156 km – 7u41 min – gem. 20.3 km/u

Deze morgen verlieten we een mistig Valparaiso, het uitzicht over de stad zal voor een andere keer zijn. Richting binnenland werd de omgeving terug groen, bosrijk en zonnig. Om Santiago en al te druk verkeer te vermijden maakten we een ommetje via de havenstad San Antonio. Na het verorberen van een plaatselijke visschotel fietsten we over de ruta 66 landinwaarts. De zon kwam terug te voorschijn waardoor de temperatuur opnieuw naar een aangenaam niveau steeg. ‘Se vende fruta’, de fruittelers probeerden hun waar aan de man de brengen. Ik ben lang geen kenner maar aardbeien worden hier in de herfst geplukt, ik dacht dat dit bij ons iets van de lente was. Het enige nadeel van vruchtbare gronden is dat deze worden afgeschermd door omheiningen. De zoektocht naar een geschikte kampeerplaats verliep daardoor iets moeizamer.

 

25/03/2005   San Vincente – Curica

156km – 6u48min – gem 23 km/u

Ondanks het feit dat ik om 19u al in mijn slaapzak lag, voelde ik me 6u30 toch niet helemaal uitgeslapen. Voor de Chilenen mag goede vrijdag dan wel een officiële feestdag zijn, wij beslisten om deze (en de kruisweg) aan ons voorbij te laten gaan. Inpakken en fietsen was dus de boodschap. De dag werd naar goede gewoonte met een klim gestart. Aan de andere kant van de helling bevond zich Lago Rapel, dit bleek bevolkt door honderden vissers. De vraag naar vis is op zulke dagen natuurlijk net iets groter. Na 80 km trappen bereikten we Ruta 5, de snelweg naar het Zuiden. In Frankrijk noemen ze deze ‘autoroute de soleil’ maar of dit ook op deze breedtegraad nog geldt is maar zeer de vraag. Die snelweg bleek verboden terrein voor fietsers maar wegens geen alternatief voorhanden besloten we het er toch maar op te wagen. De eerste politieagenten die ons pad kruisten zwaaiden vriendelijk terug, onze aanwezigheid alhier was duidelijk geen zware overtreding. Het was al bij al aangenaam fietsen op de brede pechstrook. In Chili’s centrale vallei kregen we vooral wijngaarden te zien. Dat deed er ons aan herinneren dat we binnenkort nog maar ‘ns een fles soldaat moeten maken.

 

26/03/2005   Curico – Linares

122 km – 5u02 min – gem. 24.3 km/u

Deze morgen werd het vertrekuur tot iets na 10u uitgesteld. Niklaus begint er een sport van te maken om in iedere stad de plaatselijke fietsmechanicien te bezoeken. Of beter, iedere herstelbeurt brengt een nieuwe teweeg. De kleine zelfstandigen hebben dat hier goed gezien. Er stond voor vandaag andermaal een snelwegetappe ingepland. Vanaf de pechstrook leek het omliggend landschap weinig inspirerend. Ook het wedstrijdverloop was eerder eentonig, aflossingsbeurten om de 5 kilometer, dat was het zowat. Michel Wuyts zou het vermoedelijk over een matte etappe gehad hebben. Tijdens een tocht van 25000 kilometer passeer je zo en dan ‘ns een minder interessant stuk. Zolang ze daar niet in overdrijven kan ik daar best mee leven. Gelukkig zorgt de opmeting van de gefietste afstand de voorbije dagen voor wat animo. Sinds ongeveer een week fiets ik per dag gemiddeld zo’n 6 kilometer meer dan Niklaus en dit terwijl we hetzelfde traject afleggen. Enkele dagen terug verkleinde ik de instelling van mijn wielomtrek in mijn Ciclomaster met 2 centimeter (203cm) maar ook na deze aanpassing bedroeg het verschil nog steeds zo’n 3 procent. Deze morgen vonden we de verklaring. Mijn voorband bleek zowat half leeggelopen te zijn, terwijl Niklaus deze van hem enkele dagen terug nog stevig oppompte. Ik voorzag mijn Travelcontact terug van de nodige druk en op het einde van de rit bleek het verschil in afstand nog slechts 1% te bedragen. Een al of niet opgepompte band kan dus blijkbaar voor een spectaculaire wijziging in de wielomtrek zorgen.

 

27/03/2005   Linares – Chillan

110 km – 5u30min – gem. 20 km/u

Moving South, ook op zon- en feestdagen. Vandaag vertrok ik op mijn paasbest – ik had de nieuwe koersbroek aangetrokken – richting Chillan en het Belgisch bezoek. Langs de Ruta 5 viel er terug weinig te beleven. Zowat hetzelfde scenario als gisteren alleen bleek de wind van richting veranderd te zijn. Het beuken tegen de wind vergde extra inspanningen en noopte ons tot 2 tankstationbezoeken. Deze trip fietsen zonder de godendrank Coca-Cola zou pas heroisch zijn. In de vroege middag bereikten we Chillan, we volgden het bordje ‘al centro’ en voor we het wisten waren we de stad terug uitgefietst. De 2e poging bleek succesvoller, toen we de plaza de Armas passeerden werden we nagefloten. Deze keer niet door enkele plaatselijke schonen maar door ons Belgisch-Zwitsers bezoek. Het werd een blij weerzien, na een scheiding van 9 maanden bleek er voldoende stof om bij te praten. Verder besteedde ik nog aandacht en tijd aan het verorberen van vetrijke presentjes uit België. De volgende weken fietsen we dus met 4 doorheen het Chileense lake district. Reto versterkt team Swisso en Hans wordt mijn ploegmaat.

 

28/03/2005   Chillan – Pemuco

50 km – 2u35min – gem. 19.2 km/u

De dag werd begonnen met een bezoek aan de plaatselijke fietsmechanicien. Movingstore had met Hans een nieuw bracket en een nieuwe body voor mijn achterwiel meegegeven. Zelfs in een ‘Westers’ land als Chili bleken deze shimano componenten onvindbaar. De mechanicien maakte in eerste instantie alles behalve een professionele indruk maar na anderhalf uur gesleutel (en geklop met een hamer?) bleken alle onderdelen toch gemonteerd te zijn. Of hij al dan niet goed werk geleverd heeft zal wel snel duidelijk worden. Na het nuttigen van een lasagna en het inslaan van wat fietsvoedsel vertrokken we in karavaan richting Zuiden. 4 fietsers in korte broek op glimmende fietsen, een vakantie in cognito zal het niet worden. Via een landelijke secundaire weg peddelden we richting Yungay. Deze weg bleek een hele verbetering tov de autosnelweg waar we ons de voorbije dagen op bevonden. Ik bevind me zowaar terug in de natuur. Vandaag stond er enkel een proloog op het programma, na 2u30min fietsen hielden we het voor bekeken. Voor de bezoekers bleek het overbruggen van 50 kilometers alvast geen probleem te zijn, morgen verdubbelen we de afstand 🙂

 

29/03/2005   Pemuco – Los Angeles

92 km – 4u50min – gem. 19.1km/u

Gisterenavond was ik samen met Roos Van Acker in négligé onder de Chileense sterrenhemel in slaap gevallen. Met dank aan de overgevlogen Humo. Bij het vertrek deze morgen zag het er naar uit dat we een bewolkte, winderige dag tegemoet fietsten. Na enkele minuten trappen besloot ik dan ook om een extra kledinglaag aan te trekken. Ik liet mijn compagnons rustig verder fietsen waardoor ik een kwartier kon achtervolgen en het snel veel te warm kreeg. We reden doorheen een hoge-venenachtig landschap, na een uur werd dit zelfs een zonnig hoge-venenachtig landschap. In Huapil hielden we een koffiepauze en kregen we van de cafebazin een les in Mapudungun. Huapil bleek voor de oorspronkelijke bewoners alhier regenboog te betekenen. We vervolgden gezellig keuvelend onze route. Ik vrees dat we dezer dagen wat weg hebben van een vrouwenverening op uitstap. Het park van Canteras deed uitstekend dienst als zonnige pic-nic plaats. De Zwitserse ploeg koppelde er zelfs een middagdutje aan vast. Het volgens Lonely Planet ‘unprepossessing agricuteral and industrial service centre’ Los Angeles bleek een moderne stad met een fijne plaza de Armas te zijn. Het diner hielden we in pizzeria ‘El Lento’, daarna gingen we eten bij Mac Donalds. ‘s Avonds las ik in de reisgids dat we laguna del Laja en haar spectaculaire watervallen op enkele kilometers na hadden gemist, grrr.

 

30/03/2005   Los Angeles – Media de la Nada

110 km – 5u25min – gem. 20.2 km/u

Ik was nog maar pas vertrokken toen ik enigzins tot mijn verrassing nog ‘ns wildlife te zien kreeg. Neurotische circusberen worden echter niet in de MovingSouth statistiek verrekend. Ter hoogte van Negrete namen we blijkbaar een foutieve afslag. Niklaus reed op dit moment op kop en dit brengt de stand in de wegvergissingskilometers op 7-60, ik ben nog steeds aan de winnende hand. Rio bio bio, een fijne naam voor de fotogenieke rivier waar we brugsgewijs overfietsten. Gisteren had ik het nog over de hoge venen, vandaag waande ik me even op de route des crêtes in de Vogezen. Net als de maatschappij voelt dus ook de natuur hier Europees aan. Al weet ik niet of er op het europese vasteland ook veel eucalyptusbomen staan. Een mooi gelegen weiland leek ons een uitgelezen kampeerplaats. Toen de dienstdoende landbouwer het aangrensende weiland in een halfuurtje tijd platbrandde waren we daar niet zozeer meer van overtuigd. Hans meldt me hier zojuist dat er vandaag ook een beetje gefietst werd.

 

31/03/2005   Media de la Nada – Media de la Nada

93 km – 5u21min – gem. 17.3km/u

Deze morgen werden we gewekt door een vroege boer op stap met zijn koeien. Tja, het was natuurlijk niet onze weide waarin we kampeerden. De zon was ook vroeg van de partij en deze verwarmde het ochtendgebeuren. We fietsten verder door een heuvelachtig landschap overvloedig voorzien van eucalyptusbomen. Na 60 kilometer bereikten we Victoria, een weinig spannende stad. Niets bijzonders te melden alhier, of toch de kassierster probeerde Hans de tampax van de volgende klant aan te rekenen. Zijn gespierde kont in een koersbroek zorgt hier blijkbaar voor verwarring. In hetzelfde warenhuis werd hij even voordien ook al door een wesp gestoken. Na de middag fietsten we even noordwaarts. Consequentie, ik probeer eraan te werken. Na 10 kilometer MovingNorth namen we een afslag oostwaarts, we belandden op een dirt-road in stijgende lijn. De gemiddelde snelheid daalde, het fietsplezier daarentegen nam toe. De Termas de Tolhuaca bleken uiteindelijk 30 km te ver te liggen, het warme bad wordt tot morgen uitgesteld. De nieuwe wildkampeerplaats lag aan de juiste kant van het bos voor een mooie zonsondergang.

 

1/04/2005     Media de la Nada – Termas de Tolhuaca

31km – 3u00min – gem.10.5km/u

Deze morgen stond de tent plots aan de foutieve kant van het bos. De zonnestralen konden ons van langs geen enkele kant verwarmen. Een bitterkoude morgen was het gevolg. ‘Bitterkoud’ benieuwd wat dit woord 3000 kilometer verder zuidwaarts zal betekenen. Er restte ons nog 30 kilometer tot de Termas de Tolhuaca. Een makkelijke klus dachten we bij aanvang maar de realiteit bracht ons vrij snel tot andere inzichten. De kwaliteit van de dirt-road was eerder matig en bovendien bleek de weg na verloop van tijd allesbehalve geleidelijk oplopend te zijn. Gelukkig presenteerden ze ons op tijd en stond een nieuwe mooie vallei. De laatste kilometers moest de fiets zowaar manueel naar boven worden geduwd, de hellingen bleken te steil voor de resterende krachten in de benen. We hadden slechts 3 uur gefietst maar de Termas de Tolhuaca hadden we, wat ons betreft, zeker verdiend. Het warmwatercomplex bevond zich eerder in een staat van vergane glorie. Niettegenstaande de aanbevolen tijd 20 minuten was, spendeerden we een slordige 3 uur in het door moeder natuur verwarmde bad. Na deze activiteit voelden we ons terug proper, hopelijk blijft de geur van rottende eieren niet te lang hangen. De maaltijd werd genuttigd onder het heilig toezicht van papa JP II. Zijn telenovela staat hier momenteel qua populariteit op 1, gelukkig was er geen klank.

 

2/04/2005     Termas de Tolhuaca – PN Conguillio

65 km – 4u23min – gem. 14.8 km/u

Deze morgen kregen we een mooie dirt-road in dalende lijn voorgeschoteld. Helaas zorgden enkele mechanische problemen voor oponthoud. 2 gebroken kettingen, een haperend versnellingsapparaat, een krom achterwiel en één diarree of maw niets onoverkoombaars. Voordat we Curacautin en de lunchpauze bereikten moesten we eerst nog een slalom tussen wespen afwerken. Die beestjes gedeien hier duidelijk goed. In de namiddag fietsten we in zomerse uitrusting richting nationaal park Conguillio. Doorheen het park loopt een 70 kilometer lange dirt-road, deze moet ruim voldoende zijn om de vulkaan Llaima vanuit alle hoeken te bewonderen. De weg bevond zich in degelijke staat en klom geleidelijk aan naar 1000 meter. Druk bereden was het er niet, een boer en zijn hooibeladen ossenspan niet te nagesproken. Ergens halverwege de middag en de dirt-road beleefde ik een nieuw mathematisch hoogtepunt, kilometer 22222 verscheen op de teller. Reto, de ploegmaat van Niklaus, fietste vandaag de volledige afstand ‘en danseuse’, il faut le faire. Tijdens zijn professionele skicarriere werden de zenuwbanen zwaar geteisterd, in het zadel zitten is voor hem voorlopig onmogelijk. Voor de vierde nacht op rij sliepen we in de vrije natuur. Onze plek in de schaduw van de vulkaan Llaima was 4 sterren waard. Deze en vele andere lieten zich ‘s nachts in al hun naaktheid bewonderen.

 

3/04/2005     NP Conguillio – Cunco

78 km – 4u46min – gem. 16.3km/u

De nacht en de morgen waren opnieuw bitterkoud. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om een vergelijkende studie van handschoenen uit te voeren. Voorlopige conclusie: niets werkt. Reto van zijn kant vatte het reizen met ons als volgt samen: overdag de hele dag fietsen en ‘s nachts noodgedwongen sit-ups en push-ups uitvoeren om de koude te overleven. Het fietsen begon met een col van derde categorie. De spieren van Hans piepten en kraakten in het ochtendgloren. De zon en fotopauzes brachten snel soelaas. Het parque national Conguillio bezit naast de vulkanen Llaima en Lonquimay ook een overvloedig aantal araucaria’s. Tergelijkertijd mooie en bevreemdende naaldbomen. Een enkeling – ondergetekende – overwon de col Conguillio, buiten categorie, al fietsend. De rest wijt de vroegtijdige tevoetstelling aan een slechte bandenkeuze. Na een korte tussenstop op Playa Linda fietsten we verder over een weg van vulkanische assen naar Melipeuco. Het nationaal park Conguillio laat een spectaculaire indruk achter, hier niet langer lieflijke Europese landschappen. In Melipeuco werd waterdrager Reto – hij fietste de afgelopen dagen met gemiddeld 8 liter water op zijn fiets – tot de bus gedwongen. Verder fietsen met gevoelloze benen is geen optie. Het uitgedunde peloton maakte er een lange sprint naar Cunco van. De resterende 35 kilometer werden in 1u15min afgewerkt, inclusief dirt-road en tegenwind. De bus bereikte de aankomst net voor het verstrijken van de tijdslimiet.

 

4/04/2005     Cunco – Villarica

62km – 3u46 – gem. 16.6 km/u

Deze morgen verlieten we, weliswaar met enig oponthoud, onze familiale hospedaje in Cunco. De dochter des huizes had ons de avond voordien, bij haar vertrek naar de unief, al op een even onverhoopte als lekkere afscheidskus getrakteerd. Haar spaghetti was ook best smakelijk. De lucht zag er voor het eerst sinds lang behoorlijk dreigend uit. Het bleef helaas niet lang bij droge dreigingen. Pas goed aan de dirtroad-strook begonnen, noteerden we onze eerste regendruppels op Chileens grondgebied. Al bij al niet zo slecht na 23 wolkenloze dagen. In Los Laureles gaven we ons gewonnen en trokken we uiteindelijk ons regenvestje aan, waarna ze hierboven de hemelsluizen volledig opendraaiden. Schimmige schikgodinnen deden ons een onverhoopt stuk asfalt cadeau. Helaas na 7 kilometer was het over met de pret, vanaf dan konden we terug over pittig stijgende (en dalende) dirt-road verder. De ketting wist de modder en het steengruis maar matig te appreciëren. Hij kraakte en haperde van ongenoegen. Toen het uiteindelijk terug wat vlakker werd, zette Hans zich nog ‘ns op kop. Zoals de betere Tour-renner wordt hij met de dag sterker, verlangend zie ik zijn terugtocht tegemoet 🙂 Zompend en zoplekende nat haalden we de dagfinish in Villarica, met luchtondersteuning van een zwerm groene parkieten. De Zwitserse connectie loodste ons door dit stadje aan het meer naar Torre Suiza. Het logement wordt uitgebaat door Zwiterse voormalige wereldfietsers, heel communicatief bleken ze helaas niet te zijn. Wellicht hielp het niet dat we het Zwitsers-Duits, de voertaal des huizes, nog niet onder de knie hebben. Op dit vlak hebben we gelukkig ook weinig ambitie.

 

5/04/2005     Villarica – rustdag

Het ontbijtbuffet met verse frambozen en zelfgebakken brood maakte het Zwitserse gebrek aan communicatie en interesse ruimschoots goed. Onze zwijgende Zwitserse gastvrouwe oefent ondertussen voort voor Zwitserse Wacht. Reto bleek deze ochtend klaar voor de rolstoel, de fiets voor een onderhoudsbeurtje. De rustdag werd verder traditiegetrouw afgewerkt: was- en plasmoment, caloriegehalte terug op peil brengen, met stijgende schrik het gastenboek op de website bekijken en andere ogenschijnlijk onbelangrijkheden. Na het vervangen van de voorste buitenband bleek dat ik al 1000 kilometer met een op vier plaatsen lekke binnenband fietste. Tubeless velgen zijn luchtdicht maar weinig proper afgebraamd aan de spaaknippels, het is hiermee bewezen.

 

6/04/2005     Villarica – Termas de Ancamil

69 km – 3u34min – 19.9 km/u

Deze morgen konden we ons nog ‘ns uitleven op het ‘all you can eat breakfast’. Ons, dat betekende in dit geval slechts Hans en mezelve. Niklaus en Reto waren gisterenavond immers nog naar het hospitaal van Temuco getrokken. Reto moet er van zijn reisverzekering een scan van zijn rug laten nemen, op basis daarvan wordt beslist of hij liggend of zittend naar Zwitserland wordt gerepatrieerd. Reto werd gisteren met de minuut zenuwachtiger, gevoelloze benen het is natuurlijk net iets anders dan pakweg een lopende stoelgang. Ondertussen zit ook voor Hans de Chili-fietstrip er bijna op, na het ontbijt fietste hij noordwaarts terwijl ik mijn weg zuidwaarts vervolgde. Vroeger zou ik het ‘afscheid nemen’ genoemd hebben. Het gezelschap van Hans was de afgelopen 10 dagen een bijzonder fijn gegeven, goed voor de moral en de benen. Omdat het voorlopig onduidelijk is hoelang het oponthoud van Niklaus, als vriend-vertaler-tolk van Reto, zal duren vervolg ik mijn weg alleen, qua uitgedund peloton kan het wel tellen. Niklaus krijgt mij één van de volgende dagen wel terug te pakken. Langs het lago Villarica fietste ik richting Pucan. Andermaal een grijze hemel vandaag, daardoor krijg ik ook nu volcan  Villarica niet te zien. Pucan is tijdens het seizoen een druk toeristenoord maar nu lag de stede er vrij verlaten bij. Ik had er eigenlijk niets te zoeken en vervolgde mijn weg naar Cuararrehue. De vele miradors die ik passeerde lagen er bij deze weersomstandigheden wat somber bij. Enkele kilometers voor Cuararrehue was er een afslag naar de thermale baden van Ancamil. Dit leek me een goed idee, water van zo’n 40 graden Celsius, meer had ik vandaag niet meer van doen. ‘s Avonds deed ik nog wat voorbereidend werk en las in mijn Footprint dat de paso Mamuil Mamal ‘unsuitable for bicycles’ is. Wat dit in de praktijk betekent zal ik dan morgen wel zien.

 

7/04/2005     Termas de Ancamil – Junin de los Andes (Argentinië)

Afgelopen nacht hield de regen mij wakker. Sinds 16u gisterenmiddag heeft het hier non-stop water gegoten. Enigszins tot mijn verrassing was de tent deze morgen nog volledig droog, binnenin welteverstaan. De nieuwe, op het buitenzeil aangebrachte, waterafstotende laag werkt. Waarvoor dank, Tine. De vraag is alleen, hoe lang nog. Om 8u bleken ze hierboven even door hun watervoorraad heen. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken en mijn gerief te samen te rapen. De bergen rondom zagen wit van sneeuw, een zomerse fietsdag zou het vandaag niet worden. Volgens mijn (waardeloze) Reise Know-How wegenkaart kon ik me aan een volledige dag dirt-road verwachten, over de af te leggen afstand had ze zo niet onmiddellijk een idee. Na het buitenrijden van Cuararrehue begon de weg onmiddellijk te stijgen, eerst nog vrij geleidelijk daarna best pittig. De temperatuur nam de andere richting, ik zag de sneeuwgrens angstvallig dichterbij komen. Het klimmen liep vrij lekker, ik had een goed ritme te pakken en vroeg me af waar het ‘unsuitable for bicycles’ bleef. Toen een Spaans fietskoppel mijn weg kruiste, fietste ik al ruim een uur in een ondergesneeuwde omgeving. Naast correcte weginformatie wisten ze mij ook te melden dat de zon scheen aan de Argentijnse kant van col Mamuil Malal, mijn bevroren voeten keken er alvast verlangend naar uit. De grensovergang bleek een pareltje, Volcan Lanin was volledig ondergesneeuwd en schitterde in de Argentijnse zon. Daarna ging het in dalende lijn richting Junin, een stevige rugwind stak me een handje toe. Twintig kilometer voor de finish werd de dirt ook voor asfalt ingeruild. Gisterenavond dacht ik op basis van mijn kaart en reisgids dat het onmogelijk was om Junin in 1 dag te bereiken, maar in de praktijk bleek het niet meer dan een stevige fietsdag te zijn. In Junin vond ik de noodzakelijke Argentijnse pesos. Het hotelaanbod bleek er eveneens degelijk en goedkoop. Enkel de lasagne kreeg nog een wrange bijsmaak. Op de foto’s in het restaurant poseerde de uitbater fier bij het door hem neergeschoten wild: een bruine beer, een ijsbeer, een moose en nog wat herten.