10/12/2004 Chinandega – Managua
145 km – 7u02min – gem. 20.1 km/u
Vlakke wegen vandaag, dus we dachten dat de te leveren inspanning wel zou meevallen. Helaas werd snel duidelijk dat we iets over het hoofd hadden gezien. We hadden met de factor wind geen rekening gehouden, hij kwam ons met hoge snelheid tegemoet, van over de Pacific. Afwisselend probeerden we ons een weg naar het zuiden te beuken. Ik had de indruk dat dit bij Niklaus net iets vlotter liep dan bij mij.
Onderweg was er deze keer weinig bijzonders te zien. Veel tijd voor gefilosofeer dus en dat kwam me goed uit want ik had nog de droom van afgelopen nacht te verwerken. Soms was ik zodanig diep in mijn gedachten verzonken dat ik een afwisselingsbeurt miste (Niklaus op kop nu, tiens die heb ik nooit zien passeren). Managua was de eerste hoofdstad op mijn trip, ik ben niet zo’n grote fan van druk stedengedoe en in het chaotische Managua werd dit nog maar ‘ns bevestigd. Oorspronkelijk waren we van plan een hotel te zoeken aan de rand van de stad maar daar bleken enkel 100$ hotels gevestigd te zijn, toen het donker begon te worden, moesten we alsnog het centrum induiken. Omdat bepaalde districten hier best te vermijden zijn, werd het niet zo’n gezellige fietstocht. Uiteindelijk vonden we een onderkomen in een hotel d’amour. We konden de hoteleigenaar overtuigen dat we slechts de helft van zijn vraagprijs wilden betalen en kregen in ruil één bed ter onzer beschikking.
11/12/2004 Managua – Granada
79 km – 4u54min – gem. 16.3 km/u
De dag werd nogal abrupt ingezet. Om 6u30 werden we – allesbehalve vriendelijk – verzocht om het hotel d’amour te verlaten. Blijkbaar wordt hier al na de vespers aan de procreatie gewerkt. De weg naar Granada bleek al snel geen gezellig gebeuren te zijn. Veel te druk verkeer, meer ontbrekend dan aanwezig asfalt en een weinig boeiend uitzicht. Op het einde van de rit riep ik de weg officieel uit tot “Most ugly road of my trip”. Gelukkig waren er voldoende randactiviteiten vandaag. Na een uurtje fietsen ontmoetten we Miriam en Philippe, in november 2003 zijn ze uit Patagonië vertrokken met als bestemming Alaska. Het bleek een bijzonder fijn koppel te zijn, we wisselden wat tips uit en fietsten dan gezamenlijk naar Volcano de Masaya. Deze vulkaan is in een nationaal park gelegen en er was bijgevolg een prijskaartje aan verbonden. 15 Cordoba voor residenten en 65 stuks van dezelfde munteenheid voor de rijke toeristen, naar mijn bescheiden mening mocht het verschil toch iets kleiner zijn. De klim naar de krater was best pittig, het uitzicht doorheen het wolkendek iets minder. Dictator Somosa dumpte hier eind jaren ’70 zijn vijanden vanuit een helikopter in de krater. Daarna nuttigden we met ons vieren een maaltijd, ook Miriam en Philippe beschikken eveneens over een gezonde eetlust. Na de lunch gingen we terug elk onze eigen richting uit, zij noordwaarts en wij zuidwaarts. Op aanraden van Miriam en Philippe maakten we nog een zijsprong naar de Laguna de Apoyo. Een mooi kratermeer met helder water, goed voor een verfrissende zwembeurt en een stevige klim terug naar de weg Managua – Granada. Granada, ook wel ‘ns de hoofdstad van het Nicaraguaanse intellect genoemd, was mooi maar onwezenlijk. Deze stad was zo in contrast met de rest van Nicaragua. De rijken zijn hier echt rijk en vinden het blijkbaar geen probleem om daarmee “te koop” te lopen.
12/12/2004 Granada – San Juan del Sur
107 km – 5u20min – gem. 20.1 km/u
De fietsdag begon op een rustige weg langs één van de vele vulkanen hier. Het landschap was deze keer wel terug de moeite. De wind bleek vandaag eveneens terug van de partij te zijn, helaas blies hij nog steeds vanuit het zuiden. Na zo’n 70 km fietsen ging ik in Buenos Aires op zoek naar Deyvin Mendoza Cruz, het Plan-kindje van Els. Alhoewel niet geheel volgens de spelregels van Plan, wou ik de chico verrassen met wat snoepgoed. Buenos Aires bleek groter dan verwacht, en na een uur zoeken bleek helaas niemand iets van het bestaan van de kleine Deyvin af te weten. Zonder het beoogde resultaat fietste ik dus, met een met snoepgoed beladen fiets, verder naar het zuiden. Na de middag besloten we nog een omweg van 20 kilometer op Nicaraguaanse bodem te maken om zo de sunset in San Juan del Sur te kunnen meepikken. Dit bleek geen vergeefse inspanning te zijn.
13/12/2004 San Juan Del Sur – Liberia (Costa Rica)
125 km – 5u55min – gem. 21.1 km/u
Een getuige van Jehova toonde ons deze morgen de te volgen weg. Tot aan de grens welteverstaan, niet de weg van het leven. De laatste uren op Nicaraguaanse bodem konden we nog opboksen tegen een stevige wind van over Lago de Nicaragua. Ik denk dat, windgewijs, een doortocht van zuid naar noord doorheen Midden-Amerika net iets vlotter verloopt. In het grensdorpje Sapoa wilden we onze laatste Cordoba verteren maar de plaatselijke winkeliers waren maar matig geïnteresseerd . Mij niet gelaten, adios Nicaragua. De afhandeling van de grensformaliteiten verliep andermaal bijzonder vlot. We konden alweer een nieuw land binnenfietsen, het vijfde in 2 weken tijd. Costa Rica is, in tegenstelling tot zijn noorderburen, al jaren afgesteld op toerisme. Het is onmiddellijk vrij duidelijk dat toerisme meer geld in de lade brengt dan burgeroorlogen en aanverwanten, niet dat ze in El Salvador en Nicaragua veel keuze hadden natuurlijk. Na de lunch reden we een team tijdrit tot in Liberia. Dankzij perfecte afwisselingsbeurten waren wind en hellingen maar kleine hindernissen. Aangekomen in Liberia stelde ik helaas vast dat ik mijn geldbeugel onderweg was kwijtgespeeld. Wellicht ben ik deze verloren bij de opname van het dagelijkse filmpje, nu hadden we ‘ns een goede wisselkoers gekregen. Gelukkig is de schade vrij beperkt: 40$ en deze zijn tegenwoordig toch niet zoveel meer waard.