Scroll Top

Paris Brest Paris 2007 – de voorbereiding

PBP – Intro

Begin januari waren we op zoek naar een alternatief voor saaie televisieavonden. Pistetrainingen brachten soelaas voor 2 avonden in de week. De verbouwingen hadden we in 2006 afgehandeld. De eerste televisievrije avond leverde meteen een concreet resultaat. Na enkele uren doelloos googelen kwamen we uit het niets op de site www.paris-brest-paris.org terecht. 1200km fietsen in 90 uren? Hoe zat dat ook alweer? Wim had enkele jaren terug ooit eens een documentaire gezien over deze vierjaarlijkse onderneming en het leek hem bewonderenswaardig gekkenwerk. Het was meteen een stimulans om in de (dit jaar relatief) koude maanden goed te trainen. We besloten om te informeren om de tocht per tandem te rijden. Het leek ons net iets haalbaarder en het geeft het hele project iets extra.

200km – une formalité…

Merelbeke, 15 april 2007

We hadden het gevoel dat we er klaar voor waren, na een voorjaar vol noeste arbeid op de fiets stond er begin april 2500km op de teller. De tandem was echter slechts 1 week in ons ‘bezit’. Na het eerste en enige trainingstochtje van 170km hadden we alvast één zaak nog niet helemaal onder controle, we vroegen ons af hoe je met een tandem traag kon fietsen, freewheelen bleek enkel na overleg te lukken.
Ook mentaal kwamen we voorbereid aan de start, onze kennis omtrent de tocht der tochten werd stelselmatig uitgebreid via alle mogelijke sites (de ene als iets obscuurder dan de andere) die iets met pbp te maken hadden. De verklarende uitleg van termen als brm, homologatienummers, tampons… hadden we ons eigen gemaakt. Het was tijd om woorden om te zetten in daden.

Tijdens onze eerste brm (voor de leek: brevets randonneurs mondiaux) werden meteen een paar dingen duidelijk: randonneurs bleken, net als vakantiefietsers, kermiscoureurs en pistiers een niche binnen de wielersport te vormen.
Menig wielertoerist kijkt waarschijnlijk wat meewarig als hij een koersfiets ziet uitgerust met spatborden, verlichting voor en achter en een bagagedrager met een boterhammendoos. Schijn bedriegt. Uit gesprekken met de bescheiden mede-randonneurs werd al snel duidelijk dat het hier om fietsers gaat die graag fietsen en dat liefst zoveel mogelijk. Quote: ‘ik train enkel op brm?s’. Lees: dit is de 4e keer deze maand dat ik 200km fiets. En wij waren voor de start nog van mening dat we behoorlijk getraind hadden. Ook bleek dat de gemiddelde leeftijd van de randonneurs relatief hoog ligt. Wij behoren met onze 35 lentes tot de jonkies.

De tocht liep langs rustige Vlaamse en Henegouwse wegen, langs de eeuwenoude Chaussée de Brunehaut naar Bavay in Frankrijk. De onderneming werd aan een gezapig tempo gereden, met een gemiddelde van ongeveer 25km/u. In Bavay, halverwege, stelden de Fransen vast dat we met een mooie Franse fiets rijden en stellen wij vast dat we al door onze voedselvoorraad heen zijn. Het was duidelijk dat we dit keer dat we niet met de Moorduvels onderweg waren: geen spaghetti of mattentaartje op La Houppe. Gelukkig brachten een zak chips en een lat chocolade ook soelaas.

Om 18u bereikten we de eindmeet. Het bleek net op tijd om de finish van Paris-Roubaix gemist te hebben. Soit, we hadden onze eerste brm in de zon met een goed gevoel volbracht.

300km – une bonne journée de selle…

Douai, 29 april 2007

Voor onze brm van 300km maakten we een verplaatsing naar het buitenland. De kwalificatietochten worden immers over de hele wereld georganiseerd en het leek ons een ideale gelegenheid om andere, nabijgelegen regio’s fietsgewijs te verkennen.
De start was in het donker om 4u ‘s morgens! Op dit ontiegelijk vroege uur aanschouwde de fuivende jeugd de voorbij fietsende groep gehuld in fluojasjes met enige argwaan. De mooie zonsopgang, waar we na onze eerste fietsuren in het donker, op gehoopt hadden, viel helaas letterlijk in het water.

Het groepstempo bleek dit keer niet helemaal de verwachtingen in te lossen. Om 6u gingen we mee in een vroege ontsnapping met het andere tandemkoppel en 2 solorijders. Vrij snel bleek Picardië niet vlak te zijn, maar mits de juiste lanceringstechniek gingen we in dit glooiende landschap goed vooruit. In een volgende regenbui, op een troosteloze weg naar de Franse kust, kreeg één van onze solometgezellen een lekke band. Al snel bleek dat het pbp-reglement dat solidariteit hoog in het vaandel voert, met de Franse slag werd geïnterpreteerd. De domme Belgen waren de enigen die aanstalten maakten om de lekkende man te helpen. Uit zijn boterhammendoos toverde hij maar liefst drie reserve binnenbanden én een buitenband tevoorschijn. Helaas bleken alle exemplaren niet compatibel en/of eveneens lek te zijn. We stopten een mobilhome en hem erin en zetten onze tocht naar Cayeux sur mer solo verder.

Na twee uur fietsen pakten we de snode vluchters terug en lieten ze met het nodige cynisme achter. La tête de la course, c’est nous. Zelfs Wim had nog nooit na 150km wedstrijd alleen aan de leiding gereden. Enkele uren later kwam er, tijdens een uitgebreide en onoverkoombare pauze, helaas een einde aan onze leidersplaats. Gelukkig hadden ze de regen ondertussen ingeruild voor topjesweer.
Door een aantal lekke banden van hunnentwege kregen we 30km voor de eindstreep de koplopers weer in het vizier en legden we gezamenlijk het laatste stuk af. Het was een fijne vaststelling te merken dat we 300km aan een gemiddelde snelheid van 25km/u kunnen fietsen zonder verzuurde benen. Dit opent perspectieven.

400km – rouler de nuit…

Dunkerque, 19 mei 2007

400km, het werd langzamerhand serieus. Vooraf hadden we gehoord dat deze tocht de grootste beproeving was, omdat die aan één stuk door wordt gereden. We waren om halftien in bed gekropen met als doel uitgeslapen aan de start te verschijnen. Naderhand bleek dit plan helaas niet gelukt te zijn. Niettemin, om 3u stonden we samen met 19 andere randonneurs vertrekkensklaar op de markt van Duinkerke.
Na een uurtje fietsen in het donker was er plots een vermiste. Gilbert was in de duisternis in de staart van het peloton op zoek gegaan naar zijn vrouw, niet beseffende dat zij voorop reed. Na twee keer 10 minuten te wachten besliste de groep (incl. la femme de) de tocht verder te zetten. Er restten ons tenslotte nog slechts 375km. Hopelijk had Gilbert zijn boterhammen mee.

Toen het licht werd, hadden we beiden het gevoel niet over superbenen te beschikken. De groep verplaatste zich aan een tempo van 25km/u en in tegenstelling tot de vorige tochten hadden we het gevoel amper te kunnen volgen. Het zou uiteindelijk nog tot km 160 duren voor we doorhadden dat een gebrek aan lucht in de banden hiervan de oorzaak was.
Onze gps (een handig, maar misschien toch wel niet noodzakelijk elektronisch speeltje) leidde ons ondertussen verder over rustige, departementale wegen rondom de Somme. De parcoursbouwers hadden hun best gedaan. Ondertussen kwam er wat verval op het tempo van de groep. De capaciteiten van de verschillende randonneurs bleken al na 150km toch wat ver uit elkaar te liggen. We hadden ons voorgenomen om in Amiens iets stevigs te eten. Helaas dacht de groep daar anders over en werd de tampon opgehaald in een rokerige bar-tabac waar buiten cola en pils niets te krijgen was, het Frans toilet daar gelaten. Hurken na 200km, dit vraagt geen tekeningetje.

Ook na Amiens kregen we nog steeds mooie Picardische wegen voorgeschoteld. Vlak is het er niet, maar de tandem leent zich mits opgepompte banden uitstekend tot dergelijk parcours. Al keuvelend kregen we meer inzicht in het brein van de doorsnee-randonneur. Een tochtje van 400km kan gerust dienen als training voor een diagonale (1500km in 5 dagen) de week erna. Wim stelde er zijn rechte lijn tegenover (movingsouth, in een jaar van Canada naar Argentinië) tegenover.
De avond kwam, de nacht viel. De laatste tampon werd opgehaald in een hip jeugdcafé. Het heeft wel iets om er als deel van een groep in fluovestjes gehulde randonneurs een croque monsieur en een kop koffie te nuttigen.

Ondanks het makke tempo voelden de benen na 350km niet bijzonder fris meer. Het achterste voelde net zo. Fietsend in het donker, langs één van de talloze kanalen tussen St Omer en Duinkerke kwamen we tot inzicht dat het randonneur-zijn een way of life is. Toen Jerommeke om middernacht in the middle of nowhere een lekke band kreeg, besloot hij, ondanks twee reservetubes in zijn voorraadkoffer op zoek te gaan naar het lek. En dat terwijl wij op dat ogenblik vooral op zoek waren naar ons bed. Het groepstempo daalde zienderogen, door het gebrek aan parcourskennis was volgen echter de enige optie. Zo bereikten we min of meer onderkoeld om 1u ‘s nachts andermaal het centrum van Duinkerke. De 400km?s zaten erop. Maar niet voor iedereen: één randonneur moest nog met de fiets terug naar Rijsel. Kwestie van nog wat los te rijden.

600km – dernière ligne droite… mais longue

Ossendrecht, 2 en 3 juni 2007

Voor de 600km verplaatsten we ons voor de verandering naar onze noorderburen. We hadden vernomen dat het er vlak was. In Ossendrecht bleek dit wel degelijk zo te zijn, de tocht zelf verplaatste zich echter al vrij snel van de vlakke Kempen naar Nederlands Limburg en de Belgische Ardennen.
Toen we om 7u30 ‘s morgens de tandem ineen knutselden, showden de Nederlanders hun vehikels: mooie racefietsen (toch zeker in vergelijking met het materiaal van de Franse randonneurs) en verschillende ligfietsen van diverse pluimage (carbonbananen en zo). Er was ook een verschil tussen het Franse laissez faire en de Nederlandse punctualiteit: zo kregen we na 1u fietsen een geheime controle voorgeschoteld, vergezeld van een bekertje prik. Niet enkel de rijtuigen en de organisatie bleken van een ander niveau ten opzichte van de vorige brm’s, ook de snelheid werd opgetrokken. De eerste 76km werden in een kleine 2u afgewerkt.

Onderweg hadden we onderhoudende gesprekken met de medefietsers en werd snel duidelijk dat niet iedereen van plan was om ergens te overnachten. Zo vertelde iemand ons dat hij fietsende aan een hartslag van 160bpm alert genoeg bleef om te blijven fietsen. Later zou blijken dat hij met 46u de Nederlandse recordhouder pbp is.
Wat er ook van zij, dit tempo zouden wij alvast nooit volhouden. Samen met 3 andere Belgen (Wielertoeristforumleden Randonneurke, Marclevelo en Jan uit Oostende) besloten we een tandje kleiner te schakelen. Eenmaal goed en wel in Nederlands Limburg moesten we ook onze Belgische metgezellen laten gaan. Niet getreurd, de zon scheen en we wisten ondertussen dat we de hellingen met de tandem beter aan ons eigen tempo afwerkten. Een klim naar het drielandenpunt hakte er voor de eerste maal stevig in. Eenmaal terug in België werd de tocht niet minder pittig. De klim vanuit Eupen naar Baraque Michel (17km aan 5%) zorgde voor een stil moment, de ademhaling buiten beschouwing gelaten: dit is zeker niet het ideale tandemterrein. Na wat koolhydraten in Malmedy waren we klaar voor de laatste km’s van de dag: de beklimming van de Baraque Michel was minder steil dan gedacht en de afdaling naar La Roche in het donker was fun. Terwijl wij na 330km onze bed and breakfast (heel toevallig hetzelfde logement als de drie andere Belgen) opzochten, zochten de meeste randonneurs hun weg door de nacht.

Na douche, platte rust en een ontbijt bestegen we om 6u opnieuw ons ros. De meeste zaken bleken wel, het achterste niet gerecupereerd. Op weg naar Hotton lieten we Côte de Beffe wijselijk links liggen. Nog een geluk dat dergelijke frivoliteiten niet in het parcours waren opgenomen. In de loop van de morgen haalden we enigszins tot onze verbazing enkele ligfietsers terug in. Zij hadden slechts anderhalf uur gerust, ligfiets en Ardennen zijn dan blijkbaar toch een foute combinatie.

Nadat we de Ardennen verlaten hadden werd het parcours plots een stuk minder fraai. Niet dat het wellicht niet mooi fietsen kan zijn in Limburg, maar de tocht verliep vanaf daar hoofdzakelijk over Vlaanderens steenwegen. In Nederland kan dit een optie zijn, maar iedereen zou onderhand moeten weten dat er in Vlaanderen wel betere alternatieven zijn.
50km voor de eindmeet komt er even een wielertoerist verpozen in ons wiel. Hij vertelde steendood te zijn na een tochtje van 135km. Hem proberen duidelijk te maken dat wij er al 550 hadden opzitten, bleek te hoog gegrepen. Na nog een uurtje geselwerk door geplaveide Kempense dorpskernen bereikten we om 19u Ossendrecht. Hiermee werd ook de laatste kwalificatietocht volbracht, we zijn nu officieel super-randonneurs 2007. Nu rest ons nog stevig verder te trainen tot eind augustus en een oplossing te vinden voor het zitvlakprobleem.