Scroll Top

USA – California

14/09/2004   Middle of Nowhere – Twentynine Palms

Deze morgen zette ik om 6u30 mijn weg verder op route 66. De plannen om in 1 dag tot in Twentynine Palms te fietsen, had ik gisteren enigszins opgeborgen. Volgens info van de locals was het zo’n 140 km tot in Twentynine Palms, met onderweg pittige hellingen, een niet aflatende stormwind, temperaturen van boven de 40 graden Celsius en de laatste 90 km geen enkele schuilmogelijkheid. Daarom besliste ik vandaag slechts een 50-tal kilometer tot Amboy te fietsen om dan morgen met frisse benen de resterende onbeschutte kilometers af te werken.

Op de weg naar Amboy lag nog 1 dorpje: Chambless. Ik zei tegen Els dat we aan het chateau zouden afspreken en fantaseerde onderweg over een mooi gelegen Frans kasteel omgeven door een immens lentefris park met vijver dat zich situeerde in het DOM TOM departement in de Amerikaanse Nevada-woestijn. Na het Franse intermezzo zette ik mijn weg verder naar Amboy. Onderweg werd ik nog getrakteerd op een staaltje Amerikaanse woestijnhumor: de enige boom in een omtrek van 30 km hadden ze volgehangen met schoeisel. Minstens 100 paar in alle maten en modellen. Amboy, zo hadden we gisteren vernomen, beschikte over een tankstation, motel en café-restaurant. Dit bleek enigszins te kloppen maar kon voor de volledigheid beter worden aangevuld met de respectievelijke woorden: ‘gesloten’, ‘in renovatie zijnde’ en ‘in de zomer koken we niet want dan is het te warm’. De 3 bloeiende zaken waren allen eigendom van de enige 2 bewoners van de stad Amboy: de Roy’s. Het bleken 2 nogal norse woestijnbewoners te zijn. Communicatie was in elk geval niet hun sterkste troef, eerst werden we compleet genegeerd en daarna konden we nog volgende fijne zinsneden optekenen uit de mond van Henry, de uitbater: “I know your kind of people”, “Can’t you see I’m running a business”, “No food”,… Met voorsprong de meest ongelikte beer (nummer 3?) die ik tot dusver tegenkwam. Uiteindelijk besliste ik toch om mijn middag in dat gat te spenderen, veel alternatieven had ik natuurlijk niet, verderop was er alleen warmte, hitte, lauw halfkoud, niet meer zo fris, warmer dan de frigo 17 graden Celsius en kippenvelwarm. Els maakte zich ondertussen nuttig met een terreinverkenning van de weg naar Twentynine Palms. In de loop van de namiddag werd duidelijk dat Roy’s een historische plaats op de Route 66 was, zowat iedere passant stopte er voor een foto-shoot. Rond 18u, toen de temperatuur terug onder de 40 graden Celsius was gezakt, besliste ik nog een eind te fietsen. Na een uurtje werd het pikdonker maar onder begeleiding van de koplampen van Els’ Chevy kon ik wel verder peddelen. Zonder de extreme hitte en de tegenwind kwam ik zelfs goed vooruit. De te nemen helling bleek ook nog mee te vallen en dus besliste ik om in het donker verder te fietsen tot in Twentynine Palms. Els bleef de hele tijd achter mij rijden met de vier ‘pinkers’ aan, zodat ik niet door het achteropkomende verkeer van de weg zou worden gekegeld. Het laatste uur kreeg ik het nog knap lastig maar om 22u45 bereikte ik de palmbomen. Els trakteerde ons op een motel en ik trakteerde mezelf op een rustdag voor morgen.

 

15/09/2004   29 Palms – rustdag

Vandaag dus een rustdag. Alweer, hoor ik jullie denken. Ze volgen elkaar de voorbije weken inderdaad in snel tempo op. Ik zou hiervoor vele redenen kunnen aanhalen maar ik zal me beperken tot de 2 die geen drogredenen zijn. Ook al is de afstand meestal maar beperkt tot zo’n 100km, ik vind het fietsen in extreme hitte vrij belastend. Het constante vochttekort zorgt voor allerhande onhebbelijkheden, een protesterende maag en pijnlijke knieën zijn daar de belangrijkste van. Daarnaast heb ik nog ruim voldoende dagen ter mijner beschikking om de Amerikaanse-Mexicaanse grensovergang te bereiken, ik vermoed dat ik de resterende km’s tot San Diego in een 5-tal dagen kan fietsen en ik ben van plan om Mexico binnen te fietsen op 26 september, m.a.w. ik beschik nog over een 6-tal vrij te kiezen vakantiedagen ;-). Vandaar rustdag dus. Een internet-update was de voornaamste activiteit van de dag. Wegens een nieuwe usb-poort blokkade kon dit niet in de bib gebeuren gelukkig was er in 29 Palms een alternatief voorhanden in de vorm van een duister computerbedrijfje. Het computerscherm liet het helaas wat afweten, zodat ik de fotoselectie op de tast moest uitvoeren. Na een bezoek aan de Pizza Hut (het buffet was helaas net gesloten) reden we nog ‘ns naar het visitor center van Joshua Park, op deze manier kunnen we elkaar morgen, bij ons National Park bezoek, overtroeven met wetenswaardigheden. 29 Palms is vlakbij de militaire basis in de Mojave Desert gelegen. Als de kleine zelfstandige in 29 Palms een indicator is dan houden de militairen zich voornamelijk bezig met het bezoeken van kapperszaken (combat barber, marine hair-cut) en tattoo-shops. Een van de komende dagen wordt een peloton militairen uit Irak terug verwacht, het stadje hing dan ook vol met “welcome home uncle Lionel’ spandoeken. Ze worden hier echt als helden onthaald. Ik vreesde dat het onbegonnen werk was om de mensen hier op iets genuanceerder gedachten te brengen en dus gingen we wat tv-kijken. We beperkten ons tot 3 kanalen. Het Comedy Channel met gedurfde humor over George, Court TV – of detectiveseries in het echt – en MTV met een ‘Pimp my Ride’ special.

 

16/09/2004   29 Palms – rustdag

Het motel beschikt over kingsize bedden en voor iemand van 6 feet is dit een onwaarschijnlijke luxe dus beslisten we nog een nachtje bij te boeken. Vandaag bezochten we Joshua Park. Een van de kleinere parken maar toch wel de moeite om er een bezoekje aan te spenderen. Je vindt er voornamelijk Joshua Trees, tiens, en allerhande soorten cactussen. In de Cactus Garden hadden we nog een gesprek met een Duitser. Hij begon over de oorlog maar we hebben hem niet in de stekelige plantjes geduwd want het was al bij al een gezellig mens. Na een gezonde fastfood (en dit is niet ironisch) maaltijd bij Denny’s combineerden we een kleren-was-beurt met een zwembad bezoek. ‘s Avonds wilden we nog wat postkaart-foto’s nemen maar de hemel weigerde rood te kleuren, althans op deze plek bleek later.

 

17/09/2004   29 Palms – La Quinta

Voor vandaag was er een tocht tot Palm Springs gepland. Daarvoor moest ik de drukkere Highway 62 volgen. Na 20 miles fietsen werd er plots (voor iemand die beschikt over de slechte Rand McNally kaarten gebeuren zo’n zaken plots) een lange afdaling ingezet waardoor ik me minder stoorde aan de voorbijrazende auto’s. Op een bepaald ogenblik werd ik de Interstate 10 opgestuurd maar terzelfder tijd stond er een verbodsbord voor fietsers. Wegens geen alternatief lapte ik de “The Law” aan mijn laars, gelukkig bood een exit enkele miles verder een uitweg. Na 4u fietsen stond ik 90 km verder in Palm Springs, het fietstochtje was uitermate vlot verlopen. Palm Springs bleek ongelofelijk groen te zijn, nog maar zelden een stad gezien met zoveel gazon en bomen, en dit in de woestijn. In de toeristische dienst hadden ze hiervoor de verklaring, de Andreas breuk die hier dwars door de vallei loopt zorgt voor ondergrondse aanlevering van Stille Oceaan water. Verder wist de mevrouw van het tourist center me ook te vertellen dat ze over een mooie campground beschikten, met de bijgeleverde kaart moest ik die zonder probleem kunnen terugvinden. Nadat ik door Els was voorzien van een gekoelde Cola (dit blijft toch wel een godendrank) fietste ik verder richting camping. Helaas vergiste ik me vrij snel van weg, het kostte me ruim een halfuur fietsen door de villawijken van Palm Springs voordat ik de goede richting had teruggevonden. Na nog een uur fietsen bekeek ik de kaart nog ‘ns in detail, blijkbaar had ik de schaal foutief ingeschat. Ik was ondertussen 25 km van de toeristische dienst verwijderd en de camping bleek nog steeds niet in zicht. Uiteindelijk bleek deze 40 km verderop te liggen. Het is alsof je bij de toeristische dienst van Gent zou informeren naar een camping waarop ze je naar die van Brugge sturen, alles is hier dus nog steeds Big. Ik fietste verder via Indian Wells (jawel, van den tennis) tot in La Quinta. Het park annex camping temidden de woestijn en gelegen onder de zeespiegel hadden ze voorzien van gras, bomen, een meer en een mega-zwembad. Helaas bleek de megapool ook hier dicht te zijn. Het eerste uur na aankomst nam ik zowat 3 liter vocht tot mij, het is hier precies nog steeds dorstig weer.

 

18/09/2004   La Quinta – Palm Desert

Vandaag stond een veredelde rustdag op mijn planning. Eerst werden de benen gedurende anderhalf uur losgefietst. Ik kon dit zelfs doen in het gezelschap van een fijne wielertoerist, dit was alweer een hele tijd geleden. Daarna brachten we de middag door in het zwemparadijs: Knott’s Soak City. Het bleek een fijne tijdsbesteding in de hete middagzon. Onder begeleiding van muziek van de Beach Boys en soortgelijken konden we ons tegoed doen aan mega-glijbanen, golfslagbaden, e.a. Een mens zou erbij vergeten dat hij zich in de woestijn bevindt. Het hele gebeuren was wel behoorlijk commercieel, na een prijzig toegangsticket werden we ook nog ‘ns opgelicht voor het gebruik van een locker: 8$. Om 17u sloot het complex zijn deuren, als slotlied kozen ze voor het zeemzoete ‘God Bless America’ – stel je voor dat ze bij het sluiten van Dadipark de Brabançonne beginnen te spelen.

 

19/09/2004   Palm Desert – Oak Grove

Er zijn 2 mogelijkheden om van hieruit in San Diego te geraken, de snelweg of een alternatief door de bergen. Natuurlijk koos ik voor het berg-alternatief, dit leek me in elk geval de rustigste optie qua verkeer. De wielertoerist van gisteren had me verteld dat de route geen kattenpis was, met deze info moest ik het stellen. De dag begon goed, nog voor ik door de eerste bocht van Highway 74 fietste, werd ik luid aangemoedigd door een tegemoetkomende cabrio en zijn passagiers. Er rinkelde onmiddellijk een belletje, uit ervaring weet ik ondertussen dat ik enkel luid word aangemoedigd wanneer ze de route onmogelijk achten voor een fietser, dat beloofde niet veel goeds. De helling hadden ze naar Amerikaanse normen behoorlijk hellend gemaakt, ik vermoed zo’n 10 procent. Ik trippelde me een weg naar boven. 1000 feet, 2000 feet, 3000 feet, 4000 feet – ze hadden blijkbaar een ruime voorraad elevation-infobordjes. In de woestijn bergen opfietsen, is wel een vreemde ervaring: i.p.v. dat de vegetatie afneemt, neemt ze steeds maar toe. Ze begonnen schuchter met wat cactussen, daarna wat struikjes en uiteindelijk kon ik tussen de loofbomen fietsen. Na 3u fietsen, passeerde ik het elevation-bordje 5000 feet, ik was exact 27 km verder. Dat zag er niet zo goed uit voor de gemiddelde snelheid van vandaag. Het laatste uur was er ook een behoorlijke stormwind komen opsteken, ik moest regelmatig bruusk bijsturen om op de weg te blijven. Gelukkig was daar plots de volgwagen. Els had deze keer een uitgebreid zondags ontbijt voorzien: wafeltjes, ontbijtkoeken en muffins. Ik kon de extra energie best gebruiken. Daarna verkende Els autogewijs de rest van de helling. Het bleek uiteindelijk allemaal nog best mee te vallen, na 4 uur fietsen kon ik de afdaling inzetten. In Anza werd de innerlijke mens nog ‘ns versterkt. Els koos voor een omelet met kaas en champignons, ik hield het bij een bescheiden stuk appeltaart. Toen we de lekkernijen aan het verorberen waren, ontdekten we een opschrift met de volgende tekst: “This establishment does not comply with minimum sanitary standards – Grade B.” De gezondheidsinspectie was dus blijkbaar niet zo tevreden, de kakkerlak in de hoek daarentegen … Daarna volgden nog een 20-tal vlakkere miles tot in Oak Grove. Helaas moest ik de weg delen met arrogant verkeer op weg naar de kust. Even verlangde ik naar de E40, waar ik in gedachten het stilstaande verkeer gezwind voorbijfietste op de pechstrook. Toen ik echter ook de shoulder moest inleveren, was het hek helemaal van de dam. Door een voorbijrazende truck op zo’n 10 cm van mijn linker lichaamshelft miste ik enkele hartslagen, gelukkig bleef ik die enkele seconden op een kaarsrechte lijn fietsen. Met wat obscene gebaren en geroep gaf ik uiting aan mijn frustratie maar het leverde niets op, de resterende miles werden nog verschillende pogingen ondernomen om mij van de weg te kegelen. Zou ik het zuiden naderen? In Oak Grove vonden we een mooie kampeerplaats. Op het stadsbord stond te lezen dat er in de city “97 pleasant people” wonen. Uiteindelijk haalde ik over de volledige dagtocht als gemiddelde snelheid13,9 km/u, ik had al beter gedaan.

 

20/09/2004   Oak Grove – Ramona

Gisteren kregen we nog een koele avond te verwerken, een mens wordt de woestijnhitte sneller gewoon dan je zou denken. Door het overschrijden van de Santa Rosa Mountains waren we duidelijk van de zomer in de herfst beland. Gelukkig hadden we nog een voorraad brandhout maar helemaal gerust waren we er toch niet in, in de loop van de dag waren we nogal veel bordjes gepasseerd met het opschrift: “fire danger: extremely high”. Het positieve van de temperatuurdaling was dat ik vandaag een uurtje langer kon slapen, ik begon mijn fietsdag pas om 7u30. De Highway 76 was vandaag gelukkig een stuk rustiger dan gisteren maar ik moest het wel nog steeds met slechts 10cm shoulder stellen. Misschien kan ik binnenkort nog ergens als evenwichtskunstenaar aan de slag. Ik was nogal snel in het eerste stadje van de dag, Warner Springs. Volgens mijn kaart was het een verplaatsing van 20 miles, volgens mijn geijkte wireless cat-eye fietscomputer was het exact 14 miles. Warner Springs had me niets te bieden en dus fietste ik verder naar Santa Isabel, het klonk in elk geval veelbelovend. Enkele miles voor ik Isabel bereikte, werd ik bijgehaald door 3 wielertoeristen. Met een ultieme inspanning kon ik alsnog in hun wiel aanpikken, helaas slechts voor een zeer beperkte tijd. Ik zoek geen excuus maar de Schwalbe Marathon XR banden hebben een extreem hoge rolweerstand, misschien komt het doordat ik voor de 1.9 versie opteerde voor 26″ wielen. Niettemin, als deze banden mij kunnen behoeden voor veelvuldig lekrijden dan is de keuze uiteraard snel gemaakt. In Santa Isabel viel er weinig te beleven. Ik ontmoette er wel nog de wielertoeristen. Van Edmonton naar Buenos Aires fietsen, ze zagen het ook wel zitten. Daarna kreeg ik een mooie afdaling richting Ramona cadeau. Onderweg kruiste ik nog een bepakte fietser, hij wist de helling een heel stuk minder te appreciëren. In de bib van Ramona – waar een lusteloze lamzak van rond de dertig zijn dagen vult met online-casinospelen – checkte ik mijn mail nog ‘ns, daarna zocht ik het nummer van de Amerikaanse immigratiedienst op. Tijdens het fietsen was ik namelijk plots beginnen te rekenen: 90 dagen vanaf 27 juni, dat wou zeggen 24 september, terwijl ik van plan was om op 26 september de grens te traverseren. Na 5 min. doorverbinden en het aanhoren van info-cassettes was ik het beu, maar Els had meer geduld. Na exact 24 min. (gelukkig was het een gratis nummer) kreeg ze iemand aan de lijn, en 90 dagen betekent inderdaad buiten op 24 september – the law is en blijft hier the law. Even voorbij Ramona, in het County Park Dos Picos, vonden we een mooie kampeerplaats, morgen resten mij nog een 50-tal km tot in San Diego.

 

21/09/2004   Ramona – San Diego

Ramona is zo’n 30 km van de buitenwijken van San Diego verwijderd. Els en ik spraken in Lakeside af alwaar we een city map zouden kopen vooraleer we de stadsjungle zouden induiken. Op weg naar Lakeside werd ik door een leerkracht op weg naar school bijgehaald. Toen hij hoorde dat ik van België was, orakelde hij een paar zinsdelen in enkele van onze landstalen: guten Fahrt, bonne chance, auf Wiedersehen, … ik zei hem maar niets over dat Nederlands. Na de aankoop van de city map kozen we op goed geluk een stadsdeel waar we ons enkele dagen zouden vestigen. Het kamikaze-werk kon beginnen. Ik had gedacht om eerst een stukje de Interstate te nemen en negeerde het fiets-verbodsbordje op de autostrade. Helaas, de politiewagen viel enkele ogenblikken later niet te negeren, hij begeleidde me naar de eerstvolgende afrit. De kaart bleek zo goed als onbruikbaar maar de gps bewees me deze keer een gouden dienst. Hij navigeerde me feilloos doorheen het geharrewar van straten. Na anderhalf uur fietsen door het heuvelachtige San Diego vond ik Els terug in de Parkside Inn, de uitvalsbasis voor de komende dagen. Ik had het plan opgevat om mijn fiets nog ‘ns te laten finetunen maar de ‘bike mechanic’ van dienst bakte er weinig van. Toen ik terug op de motelkamer was, kon ik zelf nog een uurtje sleutelen om de fiets op punt te stellen.

 

22/09/2004   San Diego

Vandaag ging grotendeels verloren aan allerhande praktisch geregel. Samenvattend: de was gedaan, 2 nieuwe koersbroeken gekocht, mail gecheckt, kartonnen dozen gezocht om bob te versturen, … Als ik het nu zo zie, eigenlijk niet zoveel. Wanneer je dit alles in Gent zou fiksen, ben je wellicht in 2 uur rond maar in een onbekende stad duurt dit alles natuurlijk net iets langer. ‘s Avonds was er wel nog een fijne activiteit georganiseerd. Dave, Curtis en Gary, de 3 mannen met wie ik door Glacier National Park fietste, hadden een etentje voorzien. Het werd een gezellige avond in een leuk visrestaurantje aan de Grote Oceaan. Ook Sarah was aanwezig, zij fietste de afgelopen 2 maanden van Seattle naar San Diego en zal mij vergezellen op mijn tocht doorheen Baja California. Helaas is haar kennis van de Spaanse taal ook zo goed als nihil.

 

23/09/2004   San Diego

Deze morgen ging helaas andermaal verloren in praktisch geregel. Het duurde enkele uren vooraleer er een pc was gevonden waarop de update kon gebeuren. Hopelijk hebben ze straks in Midden- en Zuid-Amerika nog nooit van security gehoord. In de namiddag gingen we nog ‘ns lekker kuieren op het strand van La Jolla, daarna volgde nog een mooie zonsondergang en een aangename kennismaking met ‘The International House of Pancakes’. Ik ben onderweg naar hier ontelbare vestigingen tegengekomen en uitgerekend op de laatste avond op Amerikaanse bodem moet ik vaststellen dat ze er best wel lekkere en gezonde schotels presenteren. Het had me vele bezoeken aan hamburgertenten kunnen besparen.