Scroll Top

USA – Montana

16/07/2004   Rising Sun – Apgar

Vandaag stond de Logan Pass op het programma, goed voor 6646 feet. In het park zijn er, door de grote toeloop van koning auto, enkele fietsrestricties van kracht. Tussen 11am en 4pm mag je als fietser niet over de pas, daarom om 6u opgestaan en om 7u samen met Larry aan de opdracht begonnen. Larry, een gepensioneerde fietser die van zijn vrouw ieder jaar 1 maand vrijaf krijgt, was ik al ‘ns tegengekomen in Waterton National Park en gisteren stond hij eveneens op dezelfde hiker & biker spot in de campsite van Rising Sun.

Die hiker & biker spots zijn een goede uitvinding, voor 3$ (i.p.v. de gebruikelijke 18$) kan je er als fietser kamperen, helaas bestaan ze niet in alle nationale parken. De klim zelf was goed te doen, ik had me iets als de Croix de Fer voorgesteld maar het was bijlange zo erg niet. Na 2u fietsen stonden we boven op de pas. Vooraf hadden mij er velen verteld dat deze weg echt indrukwekkend was, kronkelig, vele afgronden, in de infobrochure van het park spraken ze over een waar huzarenwerk van de ingenieurs. Wel, ik denk dat ze toch dringend ‘ns naar de Alpen moeten komen zien want ik heb daar al spectaculairder wegen gezien. De natuur daarentegen was andermaal zeer indrukwekkend. Doordat ik boven op de pas nog wat in het Visitor Centre bleef rondhangen, was ik te laat om de afdaling binnen de opgelegde uur beperkingen af te handelen. Dit werd dus mijn eerste overtreding en dat terwijl ik amper 24u in het land was. Gelukkig bracht geen enkele ranger mij tot stilstand. In Aphar was er terug een hiker biker spot op de campsite. Tegen de avond waren we er met 4 fietsers, ik verkeerde andermaal in goed gezelschap. Vooral de kennis van Richard was indrukwekkend, hij is een vijftiger die vorig jaar besloten heeft de rest van zijn leven dichter bij de natuur de leven. Hij was onderweg op een fiets met een “vaste pion” m.a.w. vlak, bergop of bergaf overal hetzelfde verzet en om te remmen gewoon de pedalen naar achteren bewegen. Dit lukte aardig vertelde hij en indien het te steil werd, ging hij wel te voet verder. Dankzij Richard en John is mijn route via de Nationale Parken naar Baja California nu heel wat concreter ingevuld. Hun praktijkervaringen kon ik thuis nooit uit boeken of het internet halen. Het enige wat ze als wederdienst terug verwachten is een kaartje uit Buenos Aires, een kleine moeite me dunkt.

 

17/07/2004   Apgar – Condon

Vandaag verlaat ik Glacier National Park en fiets ik verder Montana binnen. Het eerste doel is nu Missoula, dat is het thuisstation van Adventure Cycling. Wereldfietsers zouden er gratis ijsjes van mooie hostessen krijgen, meer is er voor een ommetje niet nodig. Het was alweer een zonnige dag (96gr Fahrenheit) en het was wel fijn om ‘ns op wat vlakkere wegen te fietsen, zo vlak maken ze niet in Canada. De wind blies hoofdzakelijk in de rug en in 3u30 stond ik 65 miles verder. De middag aan het meer van Swann Lake doorgebracht. Wat luieren, een hapje eten en een beetje zwemmen of je met andere woorden nuttig bezig houden. Na de break heb ik nog een stevig eind gefietst. Nadat ik 7u in het zadel had gezeten, kwam de vermoeidheid plots aan de oppervlakte. Kleiner schakelen i.p.v. groter, met moeite nog binnen de lijnen van de white shoulder kunnen blijven en vooral aan eten denken. Volgens de kaart was er ergens in de buurt van Condon een camping, maar voorlopig was deze nergens te bespeuren. Plots fietste ik de bar Liquid Louise voorbij. Richard had de vorige avond die naam laten vallen maar hij wist niet precies meer waar de bar lag, hier dus. Ik bestelde een pint en de barvrouw vroeg of ik iets specifieker kon zijn. Ik zei dat ik nog maar een paar dagen in de States was en niets afwist van hun bieren dus gaf ze mij iets: Fat tyre. Op het etiket was te lezen dat een zekere John met zijn mountainbike van brouwerij naar brouwerij door België was getrokken en zo tot het brouwsel was gekomen, toeval? Na een tooggesprek werd me ook gezegd dat ik gerust achter het baseballveld wat verderop kon kamperen en dit met toestemming van George van Liquid Louise, want behalve het postkantoor bevonden alle andere officiële instanties van Condon zich in Liquid Louise. Zowaar terug een wonderlijke wereld vanavond.

 

18/07/2004   Condon – Missoula Marshall Mountain

Een woelige nacht achter de rug. Twee keer bezoek gehad op het baseballveld, blijkbaar valt de sanitaire voorziening hier in de smaak. Nu had ik al het voedsel, kook- en wasgerief net daar opgeborgen, zodat alles veilig was voor eventueel beerbezoek. Gelukkig bleek deze morgen alles nog onaangeroerd aanwezig. Na 6 dagen droog weer en zon hadden ze het voor vandaag iets vochtiger voorzien. Er mag al eens wat afwisseling inzitten. Na 2,5u fietsen was ik in Seeley Lake. In het plaatselijke benzinestation alias general store en bar zocht ik wat beschutting tegen de regen. Daar ontmoette ik een Zwitserse jongedame die al 2 maanden met de fiets door Amerika aan het trekken was. Nadat we wat tips hadden uitgewisseld (zij fietste noordwaarts en ik nog steeds zuidwaarts) en voor de rest wat hadden gekletst, fietste ik verder richting Missoula. Ik was van plan een 20-tal km voor Missoula een camping op te zoeken alleen was er in die buurt op de kaart nergens melding van een camping. Ik gokte dat de kaart niet zo volledig was, maar helaas een camping kwam ik onderweg niet onmiddellijk tegen. Doordat ik vermoeid was van de lange rit van gisteren mocht het fietsen voor vandaag zo stilaan op zijn einde lopen, een slaapplaats vinden, is helaas nogal essentieel. Een lokale fietser bracht me uiteindelijk een oplossing: Marshall Mountain, deze plaats is in een National Forest gelegen en daar mag je “wild” kamperen, het was maar enkele miles verderop. Wat hij er niet had bij verteld, was dat deze plaats in de winter een skioord is en zo kon ik nog 6km een berg beklimmen. Na 40min zwoegen en zweten bereikte ik compleet uitgeteld mijn slaapplaats voor vandaag.

 

 

19/07/2004   Missoula Marchall Mountain – Missoula KAO

Verschillende mensen hadden me een bezoek aan Adventure Cycling aangeraden en het was echt wel een meevaller: gratis ijsjes, frisdrank en internet alleen de mooie hostessen hadden ze wat overdreven. De oprichter van Adventure Cycling fietste 20 jaar terug samen met zijn vrouw van Alaska naar Patagonia. Zij hadden voor de volledige tocht (toch nog 10000km meer dan mijn versie) 3 jaar uitgetrokken. Hij was nog steeds bijzonder enthousiast over hun tocht. In Missoula is er maar een campground en daar maken ze dan ook lekker misbruik van: 23,5$ voor een overnachting, bijna zo duur als mijn verblijf in het youth hostel van Lake Louise. Ik heb me er in elk geval uitgebreid gedoucht zodat ik de komende nachten terug klaar ben voor bush-camping.

 

20/07/2004   Missoula KAO – Darby

Vorige nacht heeft het behoorlijk wat geregend. Zolang ze dat ‘s nachts organiseren, is dat niet echt een probleem. Het enige nadeel is dat je dan een natte tent moet opbergen en dat is dan weer goed voor een kilo extra gewicht. Dankzij de kaart van Adventure Cycling vond ik vlot de juiste weg uit de stad, alleen bleef die weg maar duren. Het kostte me 3 uur fietsen vooraleer ik uit het drukke verkeer was. De fietskaarten van Adventure Cycling zijn zeer handig, je krijgt echt een pak extra informatie: winkels, alle campings, bike shops, hellingprofielen… Bijna iedere fietser die ik tot op heden tegenkwam (en dat zijn er ondertussen toch al heel wat) maakt er dan ook gebruik van. Net na mijn middagpauze merkte ik dat mijn achterband langzaam leegliep. Gisteren had ik mijn voor- en achterband van plaats gewisseld en daarbij had ik gemerkt dat er een klein stukje glas door de achterband zat, wellicht is dat nu de oorzaak van het leeglopen. Een lek om de 1000km, ik kan ermee leven. In het volgende stadje was een fietsenmaker en daar sprong ik even binnen om een nieuw binnenbandje te kopen. Hij rechtte eveneens mijn achterwiel en herstelde mijn pompje met een beetje lijm, kostprijs: 29$. En ik die dacht dat het in juli solden waren. Daarna mijn eerste stuk gravel van de Lower States meegepikt. Het was super, het drukke verkeer van deze morgen was snel vergeten, hier had ik gedurende 20km de natuur voor mij alleen. Iets voorbij Barby was er terug National Forest, een ideale kampeerplaats leek mij. Ik fietste een 5-tal km off-road en plots stond hij daar, op nog geen 10m voor mij, beer nummer 2 met name. Het was terug een bruine beer in het zwart maar deze keer een jong exemplaar. Hij was nog wat schuchter en maakte plaats voordat ik dat kon doen. Ook deze keer helaas geen fotografisch bewijsmateriaal. 100m verderop vond ik een geschikte kampeerplaats, nu maar hopen dat mama-beer vannacht haar jong niet komt zoeken. Mijn voedsel en beauty case hangen in elk geval 5m hoog in een stevige dennenboom. Ondertussen is hier boven mij een eekhoorn druk doende zijn wintervoorraad aan het verzamelen, de dennenappels vliegen hier rond mijn oren.

 

Montana’s paramilitary groups

Montana was lang een staat zonder veel regelgeving, er waren bv. geen snelheidsbeperkingen, en de gevolgen hiervan zijn langs de wegen aangeduid met witte kruisjes. Ook op gebied van landbouw en water zijn er pas sinds de jaren ’70 verschillende wetten gekomen. Als reactie op deze nieuwe wetten begonnen verschillende bange blanke mannen zich te groeperen in allerhande organisaties. Het fanatisme verschilt nogal, maar als gemeenschappelijk gedachtegoed delen ze het extreemrechts conservatisme. (Hmm, nu we het daarover hebben, heeft de extreemrechtse conservatieve Vlaming nu zijn goesting gekregen en zijn de cv&p, de nva en het vlaams blok nu aan de macht?) De meest onschuldige groepjes beperken zich tot het etaleren van hun ideeën: support our troops, reelect a real president (nonkel george), no abortion, … De meer fanatiekere daarentegen richten heuse milities op. Ook Timothy McVeigh (van de aanslag in Oklahoma City) zou hier regelmatig op visite geweest zijn. Zelf heb ik daar natuurlijk weinig last van, ik fiets hier maar wat in de natuur. Maar tijdens enkele gesprekken die ik hier met locals had, waren hun ideeën soms vrij duidelijk. Mijn Canadese vlag op de Bob-Yak was o.a. de aanleiding om een gesprek te starten over het annexeren van Canada want ‘de Canadezen zijn toch met te weinig om hun kuststrook te verdedigen’. Ik heb de man maar niet gevraagd of het hem ook om de olievoorraad van Alberta te doen was.

 

21/07/2004   Darby – Jackson

Vandaag stond er o.a. een pittige klim op het programma. Ik mocht voor de 4e keer de Continental Divide oversteken, dit is de waterscheidingslijn. Hier beslist een regendruppel dus welke kant hij opgaat, naar de Atlantische of naar de Stille Oceaan. Daar het off-road rijden me meer bevalt dan het shoulder fietsen koos ik opnieuw voor de alternatieve gravel-route: de Gibbons pas (2150m). Ik had bijna 3 uur nodig voor de klim van 18km maar het was echt genieten, onderweg kwam ik niemand tegen. Het was een mooi stukje Montana. Ter info, ik las gisteren (beter vroeg dan laat) dat de vlaktes van Montana hoofdzakelijk langs de oostkant liggen, omdat ik via het zuidwesten naar Yellowstone aan het fietsen ben, zal ik me dus met bergen moeten tevreden stellen. Op de col van de Gibbons-pas stond een info-bord: de weg wordt niet meer onderhouden omdat er voldoende highway alternatieven zijn. De doorgang naar de Big Hole vallei werd vroeger intensief gebruikt door de indianen. Het was ook over deze pas dat ze na de verloren veldslag van Big Hole naar Canada vluchtten (dat laatste was een verbloemde Amerikaanse versie want als er al een battlefield-winnaar was geweest, dan waren dat eigenlijk de indianen). Verder wordt de weg tegenwoordig nog enkel door de lokale bevolking gebruikt, en door Belgische fietsers op weg naar Buenos Aires, natuurlijk. Na de pas kwam ik in de Big Hole vallei terecht. Wow, daar zijn echt geen woorden voor, ik vrees dat je het gewoon moet gezien hebben (en dan nog liefst na een flinke inspanning). Onderweg kwam ik ook nog Dale uit Honolulu tegen. Een fijn mens, ik mag hem mijn Hawaian connection noemen. Indien ik daar ooit een slaapplek zoek, moet ik hem maar een mailtje sturen. De nacht doorgebracht in Jackson Hot Springs. De bronnen waren nog iets warmer dan die in Radium en het was er bijlange zo toeristisch niet, de spieren reageerden tevreden.

 

22/07/2004   Jackson – Bannack

Vandaag een rustiger dag op het programma, mijn benen vragen eigenlijk om een rustdag, maar ik hoop dat ik ze nog tot in Yellowstone met kortere etappes tevreden kan stellen. Deze morgen eerst een colletje afgewerkt en daarna wat gelummeld in Bannack, een soortement Bokrijk van Montana. Daarna lang getwijfeld waar ik zou kamperen, in het state park wat me 12$ zou kosten of nog wat verder fietsen en voor bush camping (is dit nu met een hoofdletter of niet?) opteren. Ik koos uiteindelijk voor bush camping, het goedkopere alternatief. Hoe meer ik het beoefen, hoe vaster ik begin te slapen.

 

23/07/2004   Bannack – Ruby Dam

Deze morgen begonnen met de beklimming van de Badger Pass (6780 feet). Er was nog helemaal geen verkeer op de weg en de benen waren nog fris en monter, m.a.w. voor ik het goed en wel besefte, stond ik boven en kon ik de 30km lange afdaling naar Dillon aanvatten. Tijdens de afdaling langs een ranch gefietst waarvan de eigenaar gevoel voor humor had. Hij had een brievenbus geïnstalleerd voor “air mail” en deze zo’n 5 meter boven de grond opgesteld. In Dillon wat praktische zaken afgehandeld: geld afgehaald (toch iets vroeger dan gepland) en inkopen gedaan voor de komende dagen. Daarna in de library de website en mijn mail gecheckt. Voor de namiddag had ik nog een off-road fantasietje voorzien. 38 miles off-road, en wederom van een ongekende schoonheid. Van de ene vallei naar de andere gefietst, maar vooraleer ik aan de valleien was, moest ik eerst nog een col over, zowaar een natuurgetrouwe kopie van de Parpallion in de Franse Alpen. De weinige mensen die ik tegenkwam in hun 4×4 keken me ongelovig aan maar iedereen was zoals steeds bijzonder vriendelijk en moedigde me aan. Van een sympathieke chauffeur kreeg ik zelfs een frisse ice-tea aangeboden. De benen gedragen zich voorbeeldig, kracht te over, en zo bereikte ik andermaal met een tevreden gevoel mijn kampeerplaats voor deze nacht. De kampeerplaats werd deze keer gratis door de staat Montana aangeboden en wat meer was, er was ook nog een groep geologie-studenten die me uitnodigden voor gratis bier. Het is hier alweer goed geregeld.

 

Op algemeen verzoek: de moral

Al diverse mails ontvangen van mensen die de triplogs wel fijn lezen vinden maar toch een beetje op hun honger blijven naar mijn gevoelens bij dat alles. Bij deze. Ik sta hier nog steeds iedere morgen vrij vrolijk op. Het besef dat ik opnieuw een dag in een ongelooflijke omgeving zal fietsen, is meestal voldoende daarvoor. Wanneer de zon dan nog ‘ns uitbundig durft te schijnen, wordt dat fijne gevoel natuurlijk enkel maar versterkt (fietsen in de regen vind ik maar niks, maar dat hadden jullie wellicht al door). Het is eveneens leuk te beseffen dat dit nog zo’n 11 maanden lang duurt. Het alternatief is iets met websites in Oostkamp zeker 😉 Op de fiets en na het fietsen heb ik natuurlijk behoorlijk wat tijd om te denken. Zoals de meesten onder jullie weten, stierf mijn vriendin Sophie, nu bijna 18 maanden geleden aan kanker. Nu ik hier alleen aan het fietsen ben, kan ik niet meer vluchten in dagdagelijkse routine (ik dacht dat ik dit helemaal niet deed, maar misschien was dat onbewust toch het geval). Al fietsend door de immense landschappen kan de definitieve afwezigheid van Sophie me hier echt overvallen. In dat opzicht beleef ik deze reis natuurlijk heel anders dan wanneer ik deze enkele jaren terug zou hebben gemaakt. Mijn gedachten worden nu hoofdzakelijk door deze gebeurtenis bepaald. Alle andere zaken die rondom mij gebeuren (en die vroeger misschien tot humeurwisselingen geleid zouden hebben) zijn nu niets meer dan een soort achtergrondruis. Ik denk dat ik ondertussen een behoorlijk relativeringsvermogen heb ontwikkeld (met een uitzondering voor vochtige weertypes misschien) . Verder haal ik de nodige energie uit (de davitamon pillekes en) de fijne gesprekken met de mensen onderweg. Wanneer je alleen reist, leg je echt wel heel eenvoudig contacten. Zeker hier in Noord-Amerika is dat geen enkel probleem, ik denk dat de doorsnee-Amerikaan (als die al bestaat) ‘s avonds zelfs aan zijn zitbank vraagt hoe hij het maakt. Ook de vele reacties op de website, mails en sms-en zorgen voor een fijn gevoel, waarvoor dank.

 

24/07/2004   Ruby Lake – Madison West Fork Campground

Gisterennacht een woelige nacht doorgemaakt. Eerst was er de buurman met de energievoorziening voor zijn recreational vehicle. De meesten opteren voor een diesel generator i.p.v. voor geruisloze zonne-energie. Op officiële campings mogen ze deze slechts 2 keer per dag een uur laten draaien maar wanneer je min of meer wild kampeert vallen deze regels natuurlijk weg, met als gevolg een lawaaierige dieselgenerator van 21u tot 23u30 of zoiets. Daarna waren er de stinkdieren. Ze zien er best schattig uit maar waren de hele nacht druk mijn voedselvoorraad aan het inspecteren en aan te vallen. Op 2100m staan er meestal maar weinig bomen meer, dus had ik alles zo goed mogelijk afgesloten en in de voortent geplaatst. De beestjes hadden het natuurlijk geroken (goed dat daar geen beren waren) en probeerden er alles aan te doen om in de fietstas te geraken, om 3u was ik het grondig beu en ben ik de tas naar het toilet 200m verder gaan brengen. Ik werd aangenaam verrast door de schitterende sterrenhemel. Voor de stinkdieren maakte dat echter weinig verschil, er was voedsel geweest, de geur was er wellicht nog, dus moest het voedsel ook wel ergens te vinden zijn. Om 6u ben ik dan uiteindelijk opgestaan. Gisteren twijfelde ik nog tussen de off-road versie en de asfalt versie maar na deze nacht koos ik voor de gemakkelijkste oplossing. Onderweg passeerde ik door Virginia City, een vroegere goudzoekersnederzetting die nu min of meer een spookstad geworden is. Hier werden volgens mijn Lonely Planet gids verschillende westerns opgenomen. Daarna verder op de shoulder van een niet al te drukke baan richting Ennis. Na een pittig klimmetje kreeg ik een mooie afdaling cadeau maar sinds ik de waarschuwingssticker op mijn Bob Yak heb gelezen (‘do not exceed 40km/u’) durf ik daar niet zo fanatiek meer in te zijn. In Ennis kocht ik zowaar een stuk fruit, meer bepaald een perzik. Deze smaakte helaas vooral naar water. Wederom vroeg ik me af wanneer ze er nu eindelijk in zullen slagen om elk stuk fruit van een zelfde fruitsoort steeds dezelfde smaak te geven, je weet wel, zoals een Mars steeds naar een Mars smaakt. Daarna verder richting Yellowstone. De weg was andermaal kaarsrecht, km per km peddelde ik verder. In Cameron was het tijd voor een ijsje, ik ben tenslotte op reis. Toen ik dit lekker ding zat te nuttigen parkeerde een rijke pé uit Florida zijn bus met aangekoppelde sportwagen pardoes voor mijn uitzicht, sympathieke mens. Inderdaad want na en korte conversatie nodigde hij me uit voor een soda in het saloon. Zowaar terug een gratis drankje vandaag. Daarna nog een uurtje gefietst tot aan de camping, ik had keuze uit 2 versies. Er was er één tussen de muggen en zonder sanitair voorzieningen voor 8$ en er was een fijnere versie voor 12$. Ik liet me verleiden en koos voor het comfort. Ik heb dit trouwens intens gebruikt: extreem lang gedoucht en kleren in de wasmachine gestopt. Lekker fris ruiken net voor ik de beren van Yellowstone tegemoet fiets, als dat maar goed afloopt.