Scroll Top

USA – Nevada

9/09/2004     Bunkerville – Valley of Fire State Park

Ik ben de dag terug vroeg begonnen, namelijk om 5u30 plaatselijke tijd. Op dit vroege uur stelden ze toch al zo’n 25 graden Celcius ter mijner beschikking. De etappe van vandaag kon worden opgesplitst in 3 delen, een aanloop van 12 miles tot aan de Interstate 15, gevolgd door 20 miles op die snelweg om te eindigen met een op dat moment nog onduidelijk aantal miles tot aan de campground van Valley of Fire State Park.

Het eerste deel had iets weg van een kapot gestoten biljartlaken. Het begon met zachte hellingen op een veilige afstand van elkaar maar naarmate ik dichter bij de Interstate kwam, werden de hellingen vrij pittig en lagen ze naar mijn aanvoelen net iets te dicht bij elkaar. Over de highway 15 kan ik kort zijn, een vervelend stuk autostrade. Gelukkig was het licht aflopend en had ik de 20 miles in iets meer dan een uur afgewerkt. Daarna kreeg ik terug een rustige weg onder mijn wielen geschoven, inclusief een brede shoulder en een mooi landschap. Net voor het binnenrijden van Overton kon ik beschikken over een gekoeld drankje uit de assistentiewagen, de timing was vandaag perfect. In Overton bezochten we de Ace, het plaatselijk brico-center. Het personeel in deze doe-het-zelf zaken is buitengewoon behulpzaam. Om een voor mij onduidelijke reden wou mijn batterij de voorbije dagen niet meer opladen. De elektricien van dienst was zo vriendelijk om met zijn voltmeter de spanning van mijn zonnepaneel en batterij na te meten. De batterij bleek geen 12v meer op te leveren, ik ben elektrotechnisch een complete nul en wist zelfs niet dat dit mogelijk was. In elk geval door de aankoop van een nieuwe batterij kan ik mijn resterende elektronica terug opladen. Daarna moest ik nog een stukje fietsen, we hadden besloten om onze tent op te slaan in het Valley of Fire State Park. Het stukje bleek uiteindelijk nog een behoorlijk eind te zijn, er waren weliswaar 2 campings in het State Park maar deze bevonden zich aan de west-ingang terwijl wij natuurlijk via de oost-ingang waren gekomen. Gelukkig kon ik terug rekenen op correcte wegen-info en drank uit de volgwagen, desondanks blijft fietsen hier na 13u een bijzonder zweterige arbeid. De kampeerplaats was bijzonder gelegen, te midden van knalrode rotsen. Alleen was de watervoorraad voor deze zomer opgebruikt, geen douche dus maar het afwasteiltje (onze opvouwbare Kitchen Sink) gevuld met een bodempje drinkwater. Terwijl we in de info-brochure lazen dat hier jaarlijks gemiddeld 4″ neerslag valt, begon het te regenen. De Chevy is gelukkig waterdicht, op deze manier konden we toch nog enkele verborgen hoekjes verkennen. Vooral de weg achter het Visitor Center bleek, na een paarmiles, een ware openbaring. De mannen van Ford hadden ook de buitengewone kleurschakeringen opgemerkt en waren er bezig met de opnames van een commercial voor hun nieuwste modellen. De avondmaaltijd bestond deze keer uit een bescheiden barbecue: 5 Bratwurste en een beetje appelmoes.

 

10/09/2004   Valley of Fire State Park – Las Vegas

Deze morgen twijfelde ik nog steeds over de te nemen route. Er waren 2 mogelijkheden: ofwel via Interstate 15, een zo goed als vlakke etappe van zo’n 90 km ofwel via Route 146, een wellicht rustige weg van zo’n 110 km over onbekend terrein. Via de Interstate ging ik wellicht snel verleid worden tot het aftellen van miles dus koos ik uiteindelijk voor het alternatief. Het bleek een bijzonder goede gok, dit beloofde net nu ik Las Vegas binnenreed. De weg kronkelde zich eerst door een woestijnachtig gebied om daarna de Muddy Mountains in te duiken. “Mountains”, dit betekende inderdaad het nodige klimwerk maar het landschap compenseerde nog maar ‘ns ruimschoots. Samen met het Valley of Fire State Park een echte aanrader voor wie ‘ns naar Las Vegas afzakt. Op een col onderweg kwam ik zowaar 3 wielertoeristen tegen. Van ver hadden ze me voor een motorrijder gehouden, zo vertelden ze mij, niet door mijn snelheid maar door de breedte van mijn voertuig. De bevoorradingszone, ofte Els in haar Chevy op de shoulder, bereikte ik net op tijd. Mijn watervoorraad was danig geslonken en de voorbije 100 km was ik geen kraantje, pomp of waterput gepasseerd. Er restten mij nog een 30 km tot in Las Vegas. Els zei me nog dat ze boven op eventuele “nijdige” hellingen zou wachten, maar de definitie daarvan moeten we dringend op elkaar afstemmen. Een halfuur à 10 km/u bij 35 graden Celcius valt bij mij onder het begrip “nijdig” maar Els en haar Chevy tuften rustig verder tot in Las Vegas. Een gereserveerd motel op de ‘Strip’ maakte echter veel goed. Dat dit naast de “Hollywood Wedding Chapel” was gelegen, werd door ondergetekende vakkundig genegeerd. Na een verkwikkende douche werd het ambitieuze plan opgevat om de ‘Strip’ es af te stappen. Op de kaart liggen hotels en casino’s dicht bij elkaar maar na 5 km wandelen waren we nog niet eens halfweg. In de Forum Shops van Caesar’s Palace waren naast de obligatoire gokmachines ook leuke prullaria aanwezig. Op een magneetje las ik er: “Life is short, take the scenic route”. Van het stappen hadden we behoorlijk wat honger gekregen. De maag werd gevuld in Margaritaville. Het werd een typische Las Vegas-aangelegenheid met een Mexicaans tintje. We bestelden nachos en een Cheeseburger in Paradise. De steltenlopende ballonkunstenaars, zingend personeel en halfnaakte dames in een gigantisch glas Margarita kregen we er ongevraagd bij. De terugweg bleek voor mij nog een hele opgave, de fietstocht van deze morgen eiste zijn tol. Compleet uitgeteld sleepte ik me richting Holiday Motel.

 

11/09/2004   Las Vegas – rustdag

De dag begonnen we met een bezoekje aan de Wall-Mart. Ik liet er o.a. mijn foto’s in tweevoud op cd branden (ondertussen blijf ik druk over en weer e-mailen met Archos i.v.m. de herstelling van mijn mp3-speler maar de Fransen werken voorlopig niet echt mee). Omdat we nog een beetje aan onze integratie wilden werken, opteerden we voor een McDonald’s ontbijt. Daarna was het terug tijd voor wat sightseeing. Als eerste activiteit beklommen we de Stratosphere Tower, met zijn 350 meter het hoogste gebouw ten westen van de Mississippi – een mens moet iets doen op 11 september, niet? Bovenop de Tower hebben ze enkele kermisattracties geplaatst. Een aanblik vanop een veilige afstand maakte snel duidelijk dat dit niets voor mij was. Bus 301 zou ons na het Tower-evenement snel naar het einde van de ‘Strip’ brengen om de rest van de hotels te bezichtigen, althans dat hoopten we. We waren blijkbaar op een boemel gestapt en het duurde ruim 45 min voordat we ons doel bereikten. We wandelden via Excalibur, New York, New York, Monte Carlo, Bellagio (met een aangenaam fonteinschouwspel) en Caesar’s Palace tot aan Flamingo – in dit casinohotel lieten we ons voor de eerste en enige maal verleiden tot een gokactiviteit. Els vergokte haar dollar op eenarmige bandiet Slingo zonder enige opbrengst maar ik was meer succesvol, mijn dollar leverde mij in eerste instantie anderhalve dollar op maar onder druk vergokte ik deze helaas terug. Daarna moest er gewassen en geplast worden. Een laundry met internetaansluiting is een goede uitvinding. In het Hard Rock Café, tegenover de laundry, nuttigden we een fijne maaltijd inclusief overheerlijk dessert. Dat mijn maag een kleine 12 u nodig had voor de vertering van het hele zaakje nam ik er graag bij. Terug in het motel voerde ik nog een bandenwissel door. Mijn voorband was door een foute montage van mijnentwege gehavend uit Gent meegekomen. Doordat ik toch al over de Schwalbe Marathon XR beschikte, besliste ik om deze nu al te gebruiken. Ondertussen speelde Els ghost-fotograaf en nam nog wat mooie opnames van Vegas by night.

 

12/09/2004   Las Vegas – Searchlight

Leaving Las Vegas. Om 6u ‘s morgens is er nog behoorlijk wat activiteit in deze gokkende woestijnstad, ik moest me dan ook een weg banen tussen gefrustreerde gokkers in zwaar benevelde toestand. Mijn uittocht verliep niet geheel vlekkeloos, het duurde ruim een halfuur zwaar trappen vooraleer ik doorhad dat ik met een platte voortube onderweg was. Er zat blijkbaar een klein gaatje in de binnenband en door de doorgevoerde bandenwissel was dit in werking getreden. Vervangen dus, door het front-rack neemt dit tegenwoordig iets meer tijd in beslag. Toen ik goed terug op weg was, vergiste ik me van highway en zat ik plots op de Interstate 515, de richting was wel ok maar de shoulder was dat niet. Overal lag er glas, metaal en steentjes, na een halfuur succesvol laveren was het dan plots toch zover, een lekke achterband. Doordat er een behoorlijke scheur in de buitenband zat, besliste ik Els wakker te sms’en, op die manier kon ik ook mijn achterwiel van de Marathon XR voorzien. Een geluk dat ik een assistentievoertuig ter mijner beschikking heb. Laten we hopen dat ik met lekke band nr. 10 nu alle lekke banden voor de trip heb gehad. Ondertussen was het 9u geworden en was ik pas 15 km verder. Het beloofde een warme dag te worden. Via een vlotte doortocht in Henderson bereikte ik de Highway 95, deze zou me tegen morgenmiddag zo’n 150km verder zuidwaarts moeten brengen. De shoulder was in elk geval van een onberispelijke kwaliteit, breed en mooi geveegd. Na 3u fietsen was ik zo’n 65 km ver, ik schoot al bij al nog vrij aardig op, ik hoopte op deze manier rond 13u, net voor het echt te warm werd, Searchlight te bereiken. Maar helaas, plots vonden ze dat ik nog wat klimwerk kon gebruiken en om het helemaal compleet te maken, smeten ze er ook nog enkele Beaufort kopwind tegenaan. Met als gevolg dat mijn snelheid plots zakte tot zo’n 14 km/u, dit bleek geen goede zaak voor de moral te zijn. Door de toenemende hitte dwongen mijn voeten me eveneens elk halfuur tot een pauze, het was dit of het speldenprikken-gevoel. Gelukkig kon ik nog over 2 frisse bevoorradingen en nuttige koers-info vanuit de volgwagen beschikken. Om 14u30 bereikte ik uiteindelijk het stadspark van Searchlight, onze kampeerplaats voor vandaag. Ik viel er prompt een halfuur in slaap. Nadat ik enigszins hersteld was, wandelden we naar de plaatselijke McDonald’s om er een ijsje te nuttigen, het blijft bovenal vakantie. Daar aangekomen konden we vaststellen dat we in een Amerikaans proefdorp voor inteelt waren terechtgekomen. Ik waande me in “The Idiots” van Lars von Trier. Als Bush hier geen meerderheid haalt, dan weet ik het ook niet meer.

 

13/09/2004   Searchlight – Middle of Nowhere (Goffs)

Deze morgen werd ik om 6u15 gewekt door kinderen die op hun schoolbus stonden te wachten. Na een nogal onrustige nacht (te warm en sprinklers om 3u) had ik mijn alarm niet gehoord, indien ik aan de grootste hitte wou ontsnappen kon ik maar beter voortmaken. De omstandigheden waren me deze morgen gunstig gezind, er was helemaal geen wind en de weg was licht aflopend, i.p.v. de 14 km/u van gisteren kon ik me nu verplaatsen aan 30 km/u. Nauwelijks 2 uur later stond ik 60 fietskilometers verder en was het zover: na Montana, Wyoming, Utah, Arizona en Nevada fietste ik California binnen, de laatste Amerikaanse staat op mijn route naar het zuiden. Maar mooie liedjes blijven helaas niet duren in California. Arnold (Ah-nuld) heeft misschien brede shoulders maar op highway 95 verdwenen deze op de staatsgrens. Rond een uur of 10 gooiden ze nog wat extra kolen op het vuur en steeg de temperatuur in de Mojave Desert tot 104 graden Fahrenheit (omrekening voor wimm: zo’n 40 graden Celsius). Daarnaast pasten ze eveneens de hellingshoek aan, nog steeds een 5-tal procent maar nu helaas terug oplopend. Mijn snelheid zakte nogal snel terug naar de gekende 14 km/u van gisteren. Nadat ik een 10 km op de originele Route 66 gefietst had, werd ik door de volgwagen ingehaald. Tijd voor een frisse cola en een banaan. Ondertussen had ik beslist om mijn rit voor vandaag te stoppen in Goffs. Els ging alvast ‘ns kijken hoe het er ginder uitzag. Na een kwartiertje was ze terug met de woorden: het is geen metropool. Toen ik er een halfuur later ook was bleek dit een understatement van jewelste te zijn: Goffs telt officieel 23 zielen en voor de rest noch enige accommodatie of schaduw. Blijven fietsen was dus de enige optie, gelukkig vonden we15 km verder in Sahara(?) Oasis een hitte-schuilmogelijkheid. In het benzinestation konden we ons voorzien van eten, drinken en toiletten. Het personeel van dienst was ons goedgezind. Kassier-kok Jonathan vertelde ons dat we van de eigenaars niet op het terrein zouden mogen kamperen maar hij had volgend fijn alternatief: we konden onze tent opzetten op de eigendom van zijn pa-schroothandelaar, 6 miles verderop. Die miles bleken zelfs op de geplande route te liggen en van sprinklers zouden we in elk geval ook gespaard blijven.